ECLI:NL:RBBRE:2012:BY1467

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
18 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02/800157-08
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. de Weert
  • A. Kok
  • J. van Gessel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omzetting van voorwaardelijke TBS naar TBS met dwangverpleging

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 18 oktober 2012 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot omzetting van de voorwaardelijke terbeschikkingstelling (TBS) van de TBS gestelde naar een TBS met dwangverpleging. De rechtbank oordeelt dat, gezien de recente gebeurtenissen en de adviezen van de reclassering, de veiligheid van de maatschappij in het geding is. De rechtbank baseert haar beslissing op het arrest van het gerechtshof te Arnhem van 1 oktober 2012, waarin wordt gesteld dat de rechtbank zich moet uitlaten over de vraag of er sprake is van een gemaximeerde TBS. De rechtbank heeft vastgesteld dat de TBS gestelde zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden die aan zijn voorwaardelijke TBS waren verbonden, waaronder het meewerken aan urinecontroles en het zich houden aan de aanwijzingen van de reclassering. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het advies van Novadic-Kentron, dat aangeeft dat de verslavingsproblematiek van de TBS gestelde ernstiger is dan aanvankelijk gedacht en dat verdere behandeling noodzakelijk is. De rechtbank concludeert dat de TBS gestelde een gevaar vormt voor de samenleving en dat de omzetting naar TBS met dwangverpleging gerechtvaardigd is. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Parketnummer: 02/800157-08
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 18 oktober 2012
op de vordering van de officier van justitie tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met dwangverpleging van
[De TBS gestelde]
geboren op [datum en plaats]
gedetineerd in het huis van bewaring De Boschpoort te Breda
1 De stukken
Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 24 augustus 2012, die strekt tot omzetting van de terbeschikkingstelling (hierna TBS) met voorwaarden in TBS met dwangverpleging;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 24 augustus 2012, die strekt voorlopige verpleging ex artikel 509i lid 3 Wetboek van Strafvordering;
- het bevel tot voorlopige verpleging van de rechter-commissaris d.d. 24 augustus 2012;
- het advies terugplaatsing in inrichting van Novadic-Kentron d.d. 20 augustus 2012, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- de processen-verbaal van aanhouding en verhoor van veroordeelde d.d. 23 augustus 2012;
- het proces-verbaal van de zitting van 14 september 2012;
- de overige stukken.
2 De procesgang
Bij arrest van het hof Den Bosch van 1 juli 2010 is [de TBS gestelde], wegens het meermalen plegen van diefstal met geweld (artikelen 57, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht), veroordeeld tot 773 dagen gevangenisstraf, waarvan 1 dag voorwaardelijk, en een voorwaardelijke TBS.
De TBS met voorwaarden is op 16 juli 2010 aangevangen en bij beslissing van de rechtbank Breda van 27 juli 2012 verlengd voor een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek in de openbare raadkamer van de rechtbank van 4 oktober 2012 is de officier van justitie gehoord.
Tevens is [de TBS gestelde] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. Van Zon, advocaat te ‘s Hertogenbosch.
Voorts is de getuige-deskundige [naam deskundige reclassering], reclasseringswerker gehoord.
3 Het advies van de reclassering
Novadic-Kentron heeft in het advies van 20 augustus 2012 aangegeven dat [de TBS gestelde] onvoldoende heeft meegewerkt aan de TBS met voorwaarden en vraagt aan de rechtbank omzetting van de TBS met voorwaarden naar TBS met dwangverpleging in overweging te nemen.
[de TBS gestelde] heeft tijdens zijn verblijf in Jeugdpsychiatrische Kliniek De Catamaran tien officiële waarschuwingen ontvangen voor onder meer het zich voor enkele uren onttrekken aan het toezicht, het frauderen met urinecontroles en het gebruik van alcohol, softdrugs en cocaïne. De regels binnen De Catamaran zijn dat er geen drugs gebruikt mag worden.
Gedurende de behandeling van [de TBS gestelde] is duidelijk geworden dat zijn verslavingsproblematiek zwaarder is dan in eerste instantie was aangenomen. Vanuit De Catamaran is er steeds meer verslavingsgerelateerde behandeling ingezet op deze problematiek en is er, in samenspraak met de officier van justitie, afgesproken om niet bij elke overtreding een waarschuwing te geven aangezien er sprake bleek van chronische verslavingsproblematiek. Op 5 juli 2012 heeft [de TBS gestelde] tijdens een uitje met de hele groep GHB gebruikt, ondanks dat hij nog niet eerder met dit middel in aanraking was geweest, en is daardoor in het ziekenhuis terecht gekomen. Op 12 juli 2012 en 10 augustus 2012 heeft [de TBS gestelde] geweigerd om een urinecontrole te doen.
Naar aanleiding van alle overtredingen heeft De Catamaran besloten dat ze niet verder kunnen en willen met de behandeling van [de TBS gestelde] omdat de overtredingen tezamen onacceptabel zijn binnen het tijdsbestek van de behandeling.
Een behandelaar van De Catamaran heeft op 7 augustus 2012 een eindevaluatie geschreven.
Daarin wordt aangegeven dat het eerste jaar redelijk positief verliep maar dat het behandelteam het afgelopen jaar heeft moeten vaststellen dat de ernst van de verslaving in combinatie met de borderline problematiek toch veel zwaarder is dan eerst was ingeschat.
[de TBS gestelde] heeft in de loop van zijn traject herhaaldelijk suïcidale uitlatingen gedaan en blijft weinig hoop hebben op een positieve afloop van zijn behandeling.
Gezien het vermoeden van eerdere traumatisering, de moeite van [de TBS gestelde] om openheid te geven over zijn gedachten, emoties en motieven, de complexe systeemproblematiek en het uiterst beperkte behandelresultaat na twee jaar lijkt de prognose volgens de behandelaar eerder somber.
Vervolgens is door Novadic-Kentron bij het NIFP-IFZ de vraag weggelegd of zij nog mogelijkheden zien om [de TBS gestelde] binnen een andere klinische setting te laten behandelen voor zijn problematiek.
Omdat [de TBS gestelde] niet langer aan urinecontroles wilde meewerken en het risico aanwezig was dat hij medecliënten aanzet om harddrugs voor hem mee te brengen is verzocht om [de TBS gestelde] op korte termijn uit De Catamaran te plaatsen. [de TBS gestelde] heeft ook aangegeven dat hij naar de gevangenis wil en niet langer met het personeel gaat samenwerken.
Gezien alle gebeurtenissen van de afgelopen periode en de aanvulling die de behandelaar heeft gegeven over de gang van zaken op de afdeling is het voor de reclassering ook niet meer verantwoord om op deze manier het toezicht van [de TBS gestelde] voort te zetten. Novadic-Kentron achtte het noodzakelijk om [de TBS gestelde] per direct terug te plaatsen in detentie middels een opdracht voorlopige verpleging.
[naam deskundige reclassering], reclasseringswerker, heeft de officier van justitie voorafgaand aan de zitting per brief geïnformeerd dat [de TBS gestelde] is aangeboden bij twee Forensische Verslavingsklinieken (FVK). Een Forensisch Psychiatrische Afdeling was door het IFZ niet geïndiceerd in verband met het te lage beveiligingsniveau. Bij FVK Basalt is [de TBS gestelde] gelijk afgewezen. Op het kennismakingsgesprek bij FVK De Bouman is [de TBS gestelde] niet verschenen. Desgevraagd vertelde [de TBS gestelde] aan [naam deskundige reclassering] dat hij zelf het idee had dat hij aan twee jaar behandeling niet voldoende had en het dus geen zin had om aan dit gesprek deel te nemen.
Ter zitting was de getuige-deskundige [naam deskundige reclassering] ook aanwezig en heeft zij het advies van Novadic-Kentron alsmede hetgeen is opgenomen in haar brief aan de officier van justitie bevestigd.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is ter zitting bij de vordering tot omzetting van de TBS met voorwaarden in een TBS met dwangverpleging gebleven.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat is voldaan aan de criteria voor omzetting van de TBS met voorwaarden naar een TBS met dwangverpleging. [de TBS gestelde] heeft de aan hem gestelde voorwaarden overtreden en de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, eist de omzetting. Zij heeft zich daartoe aangesloten bij het advies van Novadic-Kentron en hetgeen de getuige-deskundige [naam deskundige reclassering] in haar brief en ter zitting naar voren heeft gebracht. De officier van justitie heeft daarnaast aangevoerd dat [de TBS gestelde], wil hij in staat zijn om over een paar jaar te proberen om zijn leven op de rails te krijgen (waarbij de veiligheid van anderen in de maatschappij gewaarborgd dient te worden), een intensievere en langere behandeling nodig heeft.
De officier van justitie heeft bij haar vordering erop gewezen dat de rechtbank zich naar de mening van de officier van justitie in haar beslissing expliciet dient uit te laten over de vraag of de TBS is opgelegd ter zake een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Volgens de officier van justitie wordt, gelet op de aan de TBS met voorwaarden ten grondslag liggende feiten, ruimschoots aan dat criterium voldaan.
5 Het standpunt van de verdediging
[de TBS gestelde] heeft ter zitting verklaard dat hij beseft hulp nodig te hebben, maar dat hij een hekel heeft aan dwang. Hij zou graag willen proberen zichzelf te redden met hulp van de GGZ en zonder hulp van justitie.
Hij is niet naar het kennismakingsgesprek bij FVK De Bouman gegaan omdat hij niet weer in een verslavingskliniek terecht wil komen. Het zou volgens [de TBS gestelde] een wonder zijn als zijn behandeling in de komende twee jaar wel zou slagen. Hij denkt dat hij, als hij zou moeten kiezen tussen TBS met voorwaarden en TBS met dwangverpleging, meer zou hebben aan een TBS met dwangverpleging omdat dit een langere behandeling betreft en er daarbij volgens hem ook betere hulp wordt geboden.
De raadsman heeft betoogd dat de vordering tot omzetting dient te worden afgewezen en heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Het eerste jaar bij De Catamaran is positief verlopen.
Er is sprake van meer probleemgebieden dan alleen de verslavingsproblematiek. De verslavingsproblematiek voert echter wel de boventoon en daar moet door [de TBS gestelde] dus aan worden gewerkt. Naar de mening van de raadsman is enkel de overtreding van de voorwaarden daarom onvoldoende om te komen tot omzetting van de TBS met voorwaarden naar een TBS met dwangverpleging. Een TBS met dwangverpleging betreft een ultimum remedium.
Uit het advies van Novadic-Kentron volgt volgens de raadsman daarnaast niet zozeer dat [de TBS gestelde] een gevaar oplevert voor de samenleving, maar slechts dat hij een risico vormt voor zijn groep. Het is daardoor slechts niet mogelijk om [de TBS gestelde] binnen de huidige setting verder te behandelen.
Nu [de TBS gestelde] ook niet bij iedere negatieve controle een waarschuwing heeft gekregen, is er naar de mening van de raadsman niet optimaal corrigerend opgetreden.
6 Het oordeel van de rechtbank
heeft aan [de TBS gestelde] bij de beslissing tot terbeschikkingstelling de volgende voorwaarden betreffende zijn gedrag gesteld:
- dat hij zich zal houden aan alle aanwijzingen van Novadic-Kentron, afdeling verslavingsreclassering, zolang die instelling zulks noodzakelijk en wenselijk oordeelt, ook indien dit inhoudt dat hij zich gedurende door deze instelling te bepalen perioden zal blijven melden zo frequent als deze instelling zulks gedurende deze perioden nodig acht;
- dat hij een klinische behandeling zal ondergaan bij Forensische Jeugdpsychiatrische Kliniek ‘De Catamaran’, onderdeel van GGZ Eindhoven, zolang zijn behandelaars en de verslavingsreclassering dat noodzakelijk achten en deze behandeling niet voortijd zal afbreken;
- dat hij zich behandelbaar zal opstellen en zich zal houden aan de afspraken zoals die in de kliniek gelden en zich zal conformeren aan het behandelbeleid van de kliniek;
- dat hij de voorgeschreven medicatie zal innemen en zich niet aan de behandeling zal onttrekken;
- dat hij zich op het gebied van alcohol- en drugsgebruik, respectievelijk het gebruik van alcoholarme dranken zoals maltbier, zal houden aan de richtlijnen van de behandelaars en de reclassering, ook ingeval dit inhoudt volledige abstinentie;
- dat hij actief zal meewerken aan urinecontroles, bloed- en/of blaastesten;
- dat hij geen strafbare feiten zal plegen;
- dat hij zich niet opzettelijk zal begeven in voor hem risicovolle situaties;
- dat hij zal meewerken aan een resocialisatietraject.
Uit het advies van Novadic-Kentron van 20 augustus 2012 blijkt dat [de TBS gestelde] zich niet aan bovenstaande voorwaarden heeft gehouden en daarvoor ook meerdere malen een officiële waarschuwing heeft ontvangen. Daarnaast is de behandeling van [de TBS gestelde] nog niet in een zodanig stadium dat het veiligheidsrisico voldoende is afgewend.
Omdat [de TBS gestelde] geen vertrouwen meer heeft in een goede afloop van zijn behandeling, wil hij niet meer meewerken aan de aan hem gestelde voorwaarden.
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat alsnog de verpleging van overheidswege van [de TBS gestelde] dient te worden bevolen.
De rechtbank overweegt daarbij dat naar haar oordeel uit het arrest van het gerechtshof te Arnhem van 1 oktober 2012, LJN BX 8788, volgt dat de rechtbank thans een oordeel moet geven over de vraag of er sprake is van een gemaximeerde TBS aangezien de rechtbank de eerste instantie is die zich daar in deze zaak ten volle over kan uitlaten.
De TBS met voorwaarden is opgelegd ter zake van zeven straatroven. Het hof te Den Bosch heeft daarbij overwogen dat het ging om gewelddadige berovingen, deels gepleegd in de nachtelijke uren, in het publieke domein, waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt en waardoor in de maatschappij gevoelens van onrust en onveiligheid te weeg zijn gebracht. De slachtoffers kunnen als gevolg van dergelijke feiten, naast de eventuele lichamelijke gevolgen, nog langdurig last hebben van nadelige psychische gevolgen, zoals gevoelens van angst en onveiligheid.
Naar het oordeel van de rechtbank is hier dan ook sprake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De beslissing berust op de artikelen 38c van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing.
De rechtbank beveelt dat [de TBS gestelde] alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Deze beslissing is gegeven door mr. De Weert, voorzitter, mr. Kok en mr. Van Gessel, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. Van de Vrede en is uitgesproken ter openbare zitting op 18 oktober 2012.