ECLI:NL:RBBRE:2012:BY3877

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
22 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
02/801081-08
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • K. Kok
  • M. de Weert
  • J. Kneepkens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met één jaar in het kader van TBS

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 22 november 2012 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (TBS) van de terbeschikkinggestelde, hierna aangeduid als [TBS gestelde]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS met twee jaar te verlengen, aangepast naar een verlenging van één jaar. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden rondom de behandeling van [TBS gestelde].

De rechtbank heeft vastgesteld dat [TBS gestelde] sinds zijn terugplaatsing naar de motivatie-afdeling van de TBS-instelling een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt. Hij heeft de verslavingsmodule met succes afgerond en is al enkele maanden drugsvrij. Desondanks is de rechtbank van mening dat het nog te vroeg is voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging, gezien het recidivegevaar en het feit dat [TBS gestelde] nog geen verlofstatus heeft.

De rechtbank heeft ook de deskundigenverklaringen in overweging genomen, waarin werd aangegeven dat hoewel er vooruitgang is, de kans op terugval in drugsgebruik en agressief gedrag nog steeds aanwezig is. De rechtbank heeft besloten om de TBS met verpleging van [TBS gestelde] te verlengen met één jaar, met de mogelijkheid om de voortgang van de behandeling en het resocialisatietraject beter te volgen. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen voorop staan.

De rechtbank heeft benadrukt dat deze verlenging niet alleen bedoeld is om de behandeling van [TBS gestelde] te waarborgen, maar ook om de kans op een succesvolle re-integratie in de maatschappij te vergroten. De rechtbank heeft het belang van voortvarendheid in de behandeling onderstreept, gezien de omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Parketnummer: 02/801081-08
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 22 november 2012
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[TBS gestelde]
geboren te [plaats en datum]
thans verblijvende in de TBS-kliniek Oostvaarderskliniek te Almere.
1 De stukken
Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 1 oktober 2012, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna TBS) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de terbeschikkinggestelde, hierna ook te noemen [TBS gestelde]
- het rapport van de FPC Oostvaarderskliniek d.d. 21 augustus 2012, waarin het advies van de inrichting is vermeld.
2 De procesgang
Bij vonnis van het hof Den Bosch van 29 september 2009 is [TBS gestelde], wegens overtreding van de artikelen 141, 285, 310, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf en TBS met dwangverpleging.
De TBS is op 1 november 2010 aangevangen.
Tijdens het onderzoek in de openbare raadkamer van de rechtbank van 8 november 2012 is de officier van justitie mr. Van Damme gehoord.
Tevens is [TBS gestelde] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. G.W.L.A.M. van Koppen, advocaat te Breda.
Voorts is deskundige [naam psycholoog], psycholoog, gehoord.
3 Het advies van de TBS-instelling
De TBS-instelling heeft geadviseerd de TBS te verlengen met twee jaar.
De TBS-instelling heeft daartoe aangevoerd dat [TBS gestelde] regelmatig is betrapt op drugsgebruik, zijn medicatie niet neemt en zijn (agressieve) impulsen niet onder controle heeft. Weliswaar is er nu een gedragsverandering en ook probleeminzicht bij [TBS gestelde] waar te nemen, maar deze zijn nog erg broos en nauwelijks ingesleten. Voorts zou de kans op recidive bij direct ontslag uit de TBS onverminderd hoog zijn. [TBS gestelde] heeft moeite zich te conformeren aan regels, heeft anderzijds de wil om een positieve toekomst op te bouwen, maar lijkt nog onvoldoende sociale en copingvaardigheden te bezitten om zelfstandig een maatschappelijk bestaan op te bouwen. Bij oplopende stressvolle omstandigheden is het risico op terugval in drugsgebruik en het gebruiken van agressie, verbaal of fysiek, sterk aanwezig waardoor de kans op recidive toeneemt.
Ter zitting heeft deskundige [naam psycholoog] daaraan nog het volgende toegevoegd. [TBS gestelde] is van de behandelafdeling teruggeplaatst naar de afdeling waar hij nu verblijft, de motivatie-afdeling. Sinds zijn plaatsing aldaar heeft [TBS gestelde] de stijgende lijn te pakken. Er is een klik met het personeel en [TBS gestelde] spant zich sindsdien goed in en laat zich goed begeleiden. [TBS gestelde] onderkent nu dat hij de verkeerde aanpak hanteerde en ziet in dat hij behandeld moet worden.
Hij moet echter eerst weer naar de behandelafdeling, daarna kan pas begonnen worden met proefverloven en het toewerken naar de beëindiging van de dwangverpleging. Het duurt, aldus de deskundige, al een jaar voor er sprake kan zijn van onbegeleid verlof, dus blijft een verlenging van twee jaar geïndiceerd. De deskundige zou zich wel kunnen vinden in een verlenging met één jaar om een vinger aan de pols te houden. Dit te meer nu in het geval van [TBS gestelde] zeer wel sprake zou kunnen zijn van een zogenoemde gemaximeerde TBS.
4 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is op de zitting niet bij de vordering de TBS met twee jaren te verlengen gebleven en heeft de vordering aangepast in die zin dat de vordering slechts verlengd dient te worden met één jaar, zodat [TBS gestelde] over een jaar kan laten zien dat hij klaar is om terug te keren in de maatschappij.
5 Het standpunt van de verdediging
[TBS gestelde] heeft op de zitting bevestigd dat het veel beter met hem gaat sinds hij is teruggeplaatst. Hij heeft de verslavingsmodule 1 inmiddels gehaald en een agressieregulatietraining gevolgd. Voorts is hij al enkele maanden drugsvrij. [TBS gestelde] is gemotiveerd zijn behandeling af te maken.
De verdediging heeft betoogd dat de rechtbank de behandeling van de door de officier van justitie ingediende vordering tot verlenging drie maanden dient aan te houden en daarna eventueel een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging zou moeten uitspreken onder strikte voorwaarden. Subsidiair bepleit de raadsman een verlenging met één jaar.
6 Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat thans de eerste verlenging van de TBS aan de orde is. Dit betekent dat het thans niet aan de rechtbank is om zich uit te spreken over de vraag of in dit geval, in aanmerking genomen de recente jurisprudentie van het gerechtshof te Arnhem, al dan niet sprake is van een zogenoemde gemaximeerde TBS. Ter zitting is wel met de deskundige besproken wat de consequenties voor de behandeling van [TBS gestelde] zijn indien zijn TBS maximaal 4 jaar zou duren.
De rechtbank stelt vast dat het er in de afgelopen twee jaar regelmatig somber heeft uitgezien voor [TBS gestelde], die nauwelijks behandelingen accepteerde. Na zijn terugplaatsing is hij echter met grote stappen vooruit gegaan. Zoals de deskundige echter al op de zitting schetste, is het nog te vroeg om van een stabiele positieve ontwikkeling te kunnen spreken. [TBS gestelde] heeft ook nog geen verlofstatus. Onder deze omstandigheden is een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging op dit moment nog een stap te ver. [TBS gestelde] is immers nog maar enkele maanden drugsvrij en moet nog worden teruggeplaatst naar de behandelafdeling. Ook met de proefverloven moet – al dan niet op de behandelafdeling – nog worden begonnen en het lijkt aannemelijk dat het wel een jaar in beslag zal nemen voor [TBS gestelde] eventueel onbegeleid naar buiten mag.
Zou [TBS gestelde] nu – in het kader van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging – al buiten de inrichting komen, dan is het recidivegevaar nog onverkort groot.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de TBS met verpleging van [TBS gestelde] wordt verlengd. Zij zal deze conform de vordering van de officier van justitie verlengen met één jaar.
De rechtbank wenst een toetsmoment in te bouwen, zodat de voortgang van de in te zetten behandeling en het resocialisatietraject van [TBS gestelde] beter kan worden gevolgd, nu voortvarendheid gezien de hiervoor genoemde omstandigheden extra geboden is.
Overigens doet de rechtbank dit om [TBS gestelde] gemotiveerd te houden, niet om de inrichting te controleren want de rechtbank heeft er alle vertrouwen in, mede gezien de verklaring van deskundige op de zitting, dat de inrichting haar uiterste best doet om het leven van [TBS gestelde] weer op de rails te krijgen.
7 De toepasselijke wetsartikelen
De beslissing berust op de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht.
8 De beslissing.
De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [TBS gestelde] met een jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. Kok, voorzitter, mr. De Weert en mr. Kneepkens, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier Mertens en is uitgesproken ter openbare zitting op 22 november 2012. Mr. Kneepkens is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.