ECLI:NL:RBBRE:2012:BY4885
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Dekker
- mr. Kooijman
- mr. Prenger
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar en opdracht tot rapportage voor de volgende verlengingszitting
Op 4 december 2012 heeft de Rechtbank Breda uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (TBS) van [TBS gestelde]. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de TBS met één jaar toegewezen. Dit besluit volgde op een grondige beoordeling van de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, waarbij recente jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en het Gerechtshof Arnhem in acht is genomen. De rechtbank concludeerde dat de TBS-maatregel niet gemaximeerd is, gezien de aard van het misdrijf waarvoor [TBS gestelde] is veroordeeld, namelijk poging tot doodslag. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen vereisen dat de TBS met verpleging wordt voortgezet.
De rechtbank heeft ook de noodzaak van rapportages door de kliniek en de reclassering voor de volgende verlengingszitting benadrukt. Deze rapportages moeten inzicht geven in de voortgang van de resocialisatie van [TBS gestelde] en de mogelijkheden voor een voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging. De rechtbank heeft de officier van justitie opgedragen om deze rapportages tijdig te laten opstellen, zodat deze bij de volgende zitting aanwezig zijn. De beslissing om de TBS met één jaar te verlengen is genomen met het oog op de noodzakelijke monitoring van de voortgang van de behandeling en resocialisatie van [TBS gestelde].