ECLI:NL:RBBRE:2012:BY6610
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Janssen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de gesloten plaatsing van een minderjarige in het kader van jeugdzorg
In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 31 oktober 2012 uitspraak gedaan in een procedure betreffende de gesloten plaatsing van een minderjarige, aangeduid als [naam minderjarige]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er bij de minderjarige sprake is van persoonlijke problematiek, maar dat deze op zichzelf geen gronden biedt voor een gesloten plaatsing. De rechtbank heeft echter de crisismachtiging gehandhaafd vanwege de veiligheidsrisico's die voortvloeien uit beschuldigingen van seksueel misbruik door de vader van de minderjarige en het risico van eerwraak. Het verzoek van de stichting om de minderjarige in een gesloten setting te plaatsen is voor het overige afgewezen.
De minderjarige is ter zitting gehoord en heeft aangegeven dat het goed met haar gaat in de gesloten setting, maar dat ze hoopt op een snelle oplossing om samen met haar moeder te kunnen wonen. De raad heeft geen bezwaar tegen een gesloten plaatsing, mits deze niet te lang duurt. De stichting heeft benadrukt dat de veiligheid van de minderjarige voorop staat en dat er een risico van eerwraak bestaat. De moeder van de minderjarige heeft ook haar zorgen geuit over de situatie en de veiligheid van haar kinderen.
De vader van de minderjarige ontkent de beschuldigingen en heeft zijn eigen zorgen geuit over de situatie binnen het gezin. De rechtbank heeft geconcludeerd dat, gezien de signalen en het ontbreken van een rapport van het LEC, er onvoldoende gronden zijn voor een langdurige gesloten plaatsing. De kinderrechter heeft de beschikking van 17 oktober 2012 bekrachtigd, waardoor de gesloten machtiging geldig blijft tot 14 november 2012. De stichting heeft de gelegenheid om een geschikte verblijfplaats voor de minderjarige te zoeken.