ECLI:NL:RBBRE:2012:BY7056

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
26 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
252113 FA RK 12-3489
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Slot
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot adoptie en gezamenlijk gezag over minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Breda op 26 november 2012 uitspraak gedaan in een adoptieprocedure. Verzoekster, die samenwoont met de moeder van de minderjarigen, heeft verzocht om adoptie van de minderjarigen en om gezamenlijk gezag met de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan de voorwaarden voor adoptie is voldaan en dat de adoptie in het belang van de minderjarigen is. De verzoekster heeft vanaf de geboorte voor de minderjarigen gezorgd en de moeder heeft ingestemd met de adoptie en het gezamenlijk gezag. De rechtbank oordeelt dat, aangezien verzoekster en de moeder niet gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben, verzoekster niet automatisch met het gezag over de minderjarigen wordt belast na de adoptie. De rechtbank heeft daarom besloten dat verzoekster, na de adoptie in kracht van gewijsde is gegaan, gezamenlijk met de moeder het gezag over de minderjarigen zal uitoefenen. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en het verzoek tot gezamenlijk gezag goedgekeurd, met de beslissing dat dit gezag zal ingaan op het moment dat de adoptie definitief is.

Uitspraak

RECHTBANK BREDA
Team jeugdrecht
Enkelvoudige Kamer
Zaaknummer: 252113 FA RK 12-3489
beschikking betreffende adoptie,
in de zaak van
[naam verzoekster]
geboren te Oosterhout, op 20 juli 1974,
hierna te noemen verzoekster,
en
[naam minderjarige],
geboren te [plaats en datum]
hierna te noemen de moeder van de minderjarigen,
beiden wonende te Breda
hierna gezamenlijk te noemen de verzoeksters,
advocaat mr. G.L.H.M. Sliepenbeek-Sanders.
1. Het verloop van het geding
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 23 juli 2012 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- de op 23 oktober 2012 ontvangen brief van de Raad voor de Kinderbescherming locatie Breda;
- de uittreksels uit het gezagsregister betreffende na te noemen minderjarigen.
2. Het verzoek
Het verzoek strekt, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad:
I. tot adoptie van de minderjarige [naam miderjarige], geboren te [plaats] op 23 april 2010 door verzoekster,
II. tot adoptie van de minderjarige [naam miderjarige], geboren te Breda op 25 april 2012 door verzoekster,
III. primair: voor recht te verklaren dat verzoeksters door adoptie van de minderjarigen door verzoekster gezamenlijk met het gezag over de minderjarigen worden belast,
IV. subsidiair: te bepalen dat verzoeksters worden belast met het gezag over de minderjarigen.
3. De beoordeling
3.1 Blijkens de stukken staat het volgende vast.
- Verzoekster en de moeder wonen sinds 1 mei 2007 samen.
- De moeder is op 23 juli 2010 te [plaats] bevallen van de minderjar[naam miderjarige]]
- De moeder is op 25 april 2012 te Breda bevallen van de minderjarige [naam miderjarige].
- De minderjarigen zijn verwekt met behulp van een onbekende zaaddonor.
- De moeder heeft het gezag over de minderjarige.
3.2 Aan het verzoek wordt ten grondslag gelegd dat aan de voorwaarden voor adoptie is voldaan. Een adoptie door verzoekster van de minderjarigen is in hun belang. Zij heeft vanaf de geboorte met de moeder voor de minderjarigen gezorgd. Partijen achten het in het belang van de minderjarigen dat er een familierechtelijke betrekking tussen de verzoekster en de minderjarigen tot stand gebracht wordt. Omdat de wet geen duidelijkheid biedt of verzoekster door de adoptie van de minderjarigen van rechtswege belast wordt met het ouderlijk gezag, verzoeken zij voor recht te verklaren dat de moeder en verzoekster gezamenlijk zijn belast met het gezag.
3.3 Blijkens de bij het verzoekschrift gevoegde verklaring van de moeder stemt zij in met de adoptie door verzoekster alsmede met het gezamenlijke gezag.
3.4 Namens verzoeksters is aangegeven dat zij geen behoefte hebben aan een mondelinge behandeling.
3.5 De Raad voor de Kinderbescherming heeft in voormelde brief aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de verzochte adoptie.
3.6 De rechtbank overweegt als volgt.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat de minderjarigen zijn geboren binnen de relatie van de verzoekster en de moeder en dat de minderjarigen door en tengevolge kunstmatige donorbevruchting, als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting, zijn verwekt. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:227, vierde lid, van het Burgerlijk Wetboek (BW) is ter bevestiging hiervan door verzoekster de door de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting afgegeven verklaringen overgelegd. Nu ook voor het overige is voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie en de adoptie in het kennelijk belang van de minderjarigen is, zal het verzoek tot adoptie worden toegewezen.
Daarbij overweegt de rechtbank – wellicht ten overvloede – dat nu het onderhavige verzoek is ingediend binnen 6 maanden na de geboorte van de minderjarige [minderjarige], de adoptie ten aanzien van hem – gelet op het bepaalde in artikel 1:230, tweede lid, BW – zal terugwerken tot het tijdstip van de indiening van het verzoekschrift.
3.7 Ten aanzien van het verzoek tot gezamenlijk gezag oordeelt de rechtbank dat thans niet uit de wet volgt dat verzoekster door de adoptie van rechtswege mede belast wordt met het gezag over de minderjarigen. Verzoeksters zijn immers niet met elkaar gehuwd of een geregistreerd partnerschap met elkaar aangegaan. De rechtbank acht het in het belang van de minderjarigen dat verzoekster, en nadat de adoptie in kracht van gewijsde is gegaan de juridische ouder van de minderjarigen, gezamenlijk met de moeder wordt belast met het gezag. Verzoeksters dragen samen zorg voor de verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Zij leven samen als één gezin. De rechtbank zal derhalve bepalen dat verzoekster tezamen met de moeder wordt belast met het gezag over de minderjarigen vanaf het moment dat de beslissing tot adoptie in kracht van gewijsde is gegaan.
3.8 Het voorgaande betekent dat zal worden beslist als hierna te melden.
4. De beslissing
De rechtbank
spreekt uit de adoptie door verzoek(st)er van de minderjarigen
1. [naam miderjarige], geboren te [plaats] op 23 april 2010 door verzoekster,
2. [naam miderjarige], geboren te [plaats] 25 april 2012 door verzoekster,
bepaalt dat verzoekster en de moeder vanaf het moment dat de beslissing tot adoptie in kracht van gewijsde is gegaan gezamenlijk het gezag uitoefenen over de minderjarigen
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. Slot, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
in tegenwoordigheid van de griffier.
SB
Mededeling van de griffier:
Tegen deze beschikking kan voor zover het een eindbeschikking betreft hoger beroep worden ingesteld:
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van deze beschikking is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
b. door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te
's-Hertogenbosch.
verzonden op: