Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[X],
[Y],
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 juni 2012;
- de akte overlegging producties van [X] c.s., met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- het tussenvonnis van 14 november 2012, waarbij de rechtbank een comparitie van partijen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 14 maart 2013;
- de brief van mr. Van Poortvliet van 22 maart 2013;
- de brief van mr. Braams van 4 april 2013, met bijlagen;
- de brief van de rechtbank aan mr. Van der Gouw van 10 juni 2013;
- de brief van mr. Braams van 12 juni 2013;
- de brief van mr. Van der Gouw van 17 juni 2013;
- de brief van de rechtbank aan mr. Braams van 17 juni 2013.
2.De feiten
“Milieuhygiënisch Saneringscriterium Bodem, Protocol Asbest”opgenomen. Volgens dit protocol dient eerst vooronderzoek en verkennend onderzoek plaats te vinden om te bepalen of sprake is van ernstige verontreiniging met asbest in de bodem. Daarvan is sprake als de gemiddelde concentratie binnen een ruimtelijke eenheid hoger is dan de interventiewaarde van 100 mg/kg d.s. (gewogen). Het vaststellen van deze concentratie dient te worden uitgevoerd overeenkomstig de NEN 5707 (landbodem) of NTA 5727 (waterbodem/baggerspecie).
cliënten het onderzoek dat BBL heeft laten verrichten, opnieuw willen laten beoordelen door een deskundige.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
rechtsverwerking?
“verkennend onderzoek (conform NEN 5740)”uit te voeren. Zowel in de door BBL overgelegde reactie op de Second opinion (productie 10 van BBL) als in de brief 21 maart 2013 (bijlage bij de brief van mr. Braams van 2 april 2013) heeft ATKB een nadere toelichting gegeven op de samenhang tussen onder meer NEN 5740 en NEN 5707. Hierover schrijft ATKB in voormelde reactie (blz 4/5) onder meer het volgende: