Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter van 5 september 2013
[verzoekster],
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Visite a la famille ou a de ami). Verder is een formulier Bewijs van garantstelling en particuliere logiesverstrekking overgelegd, afkomstig van de heer[naam zwager] (zwager) en mevrouw [naam zuster] (zuster). Hierop is de familierelatie tussen referent/garant en mevrouw[verzoekster] aangegeven. Tevens is de aanleiding van het voorgenomen familiebezoek vermeld, te weten: het huwelijksfeest van mevrouw[naam nicht] (dochter van de referent/garant en het nichtje van verzoekster). Een kopie van de overeenkomst inzake de zaalverhuur voor het huwelijksfeest is ingebracht, alsook een kopie van de uitnodiging voor het huwelijksfeest op 8 september 2013. Het besluit is op dit punt niet zorgvuldig voorbereid en ontbeert een draagkrachtige motivering.
Verzoekster voert verder aan dat niet op enige wijze uit het besluit blijkt op welke gronden verweerder aanneemt dat een tijdige terugkeer niet is gewaarborgd. Het besluit is op dit punt onvoldoende gemotiveerd. Verzoekster stelt verder dat sprake is van een sterke sociale en economische binding met Marokko om een tijdige terugkeer aan te nemen. Uit een overgelegde verklaring van de Chambre d’Artisanat blijkt dat verzoekster werkzaam is als naaister. Voorts bevindt zich in het dossier een verklaring van de BMCE Bank waaruit blijkt dat verzoekster een rekening heeft met een saldo van € 2.736,23. Verzoekster speelt een belangrijke rol in de verzorging van haar ouders (in het bijzonder haar ziekelijke vader), bij wie zij inwoont. Verzoekster is bereid mee te werken aan maatregelen van toezicht zoals: het deponeren van het paspoort bij de Koninklijke Marechaussee of Vreemdelingenpolitie, een meldplicht bij de ambassade na terugkeer en het deponeren van een borgsom van
€ 4.000,-.