Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Vonnis van 25 september 2013
[X],
[Y] HAZERSWOUDE VASTGOED BV,
De procedure
- de dagvaarding van 30 juni 2011, met producties en beslagstukken;
- de incidentele conclusie “houdende bevoegdheidsverweer” van 14 september 2011;
- de incidentele conclusie van antwoord van 12 oktober 2011;
- het incidenteel tussenvonnis van de kantonrechter te Leiden van 26 oktober 2011;
- het proces-verbaal van de zitting van 12 december 2011 van de kantonrechter te Leiden;
- het verwijzingsvonnis van de kantonrechter te Leiden van 18 januari 2012;
- de akte met vermeerdering van eis van 29 februari 2012, met producties en met extra beslagstukken;
- de conclusie van antwoord in conventie en van (voorwaardelijke) eis in reconventie van 25 april 2012, met producties;
- het comparitievonnis van 9 mei 2012 en de beschikking van 30 mei 2012;
- het proces-verbaal van de eerste comparitie van partijen van 3 juli 2012, met alle daarin opgesomde, vooraf per brief ontvangen extra processtukken, met producties;
- de conclusie van repliek met eiswijziging in conventie, tevens conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie, en tevens incidentele vordering ex art. 223 Rv van 31 oktober 2012, met producties;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in (voorwaardelijk) reconventie, en tevens conclusie van antwoord in het incident ex art. 223 van 28 november 2012, met productie;
- het provisioneel vonnis in het incident ex art. 223 Rv van 19 december 2012;
- de conclusie van dupliek in (voorwaardelijke) reconventie van 30 januari 2013, met producties;
- de beslissingen van 6 en 18 maart 2013 van de rechtbank;
- de op 13 mei 2013 ter griffie ontvangen akte met producties van mr. Cohen;
- het proces-verbaal van de pleidooien en van de tweede comparitie van partijen van 27 mei 2013, met de pleitnota’s van beide advocaten en met de nagezonden faxbrief van 7 juni 2013 van mr. Cohen met kopie aan mr. Otte.
De vaststaande feiten
De ingestelde vorderingen en de daartegen gevoerde verweren
in conventiedat de rechtbank - sterk samengevat en naar de rechtbank begrijpt - [Y] zal veroordelen om alsnog behoorlijke rekening en verantwoording over het door hem gevoerde bewind aan [X] af te leggen. Ook vordert zij in conventie om [Y] en [Y] Vastgoed BV hoofdelijk te veroordelen om aan [X] als vereffenaar van de nalatenschap een schadevergoeding van in totaal € 729.628,31 in hoofdsom te betalen wegens alle door hen aan het bewind en de nalatenschap van [A] onttrokken gelden, alles met meerdere nevenvorderingen. Gedaagden voeren daartegen gemotiveerd verweer in conventie, dat hierna bij de beoordeling door de rechtbank aan de orde komt.
In reconventievordert [Y] na eiswijziging - samengevat en naar de rechtbank begrijpt - (voorwaardelijke) veroordeling van [X] om aan [Y] als bewindvoerdersloon alsnog 10,712% van het bedrag van zijn eventuele veroordeling in conventie te betalen, en voorts veroordeling van [X] om alle onder [Y] en zijn echtgenote gelegde conservatoire beslagen door te doen halen, met nevenvorderingen. [X] voert daartegen gemotiveerd verweer in reconventie, dat hierna bij de beoordeling door de rechtbank aan de orde komt.
De beoordeling in conventie
€ 729.628,31 aan het wegens ernstige dementie onder bewind gesteld vermogen van [A] te onttrekken en daar zelf ook substantieel van heeft meegeprofiteerd. De gevorderde hoofdelijke veroordeling van [Y] Vastgoed BV om aan [X] als vereffenaar een schadevergoeding van € 729.628,31 te betalen kan in dit geval daarom worden toegewezen op de voet van art. 6:99 BW.
€ 732.960,31vermeerderd met de daarover gevorderde wettelijke rente met ingang van 9 juni 2011, onder afwijzing van het meer of anders in conventie gevorderde. Duidelijkheidshalve merkt de rechtbank daarbij op dat dit bedrag van € 732.960,31 ook omvat het bedrag van € 57.600,- tot betaling waarvan [Y] bij provisioneel tussenvonnis van 19 december 2012 is veroordeeld.
De beoordeling in reconventie
Slotsom en proceskosten
€ 15.480,- voor forfaitair salaris advocaat, dat is dus in totaal
€ 26.081,26.
€ 2.260,-voor forfaitair salaris advocaat.
De beslissingen
€ 732.960,31,vermeerderd met de wettelijke daarover met ingang van 9 juni 2011;
€ 26.081,26voor de proceskosten inclusief de beslagkosten in de hoofdzaak in conventie;
€ 2.260,-voor de proceskosten in de hoofdzaak in reconventie;