In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 22 oktober 2013, betreft het een deelgeschil tussen verzoekster en Klaverblad Schadeverzekeringsmaatschappij N.V. Verzoekster, die letselschade heeft geleden na een aanrijding op 1 december 2011, verzoekt de rechtbank te verklaren dat Klaverblad aansprakelijk is voor de schade aan haar voertuig en de door haar ervaren klachten en beperkingen in causale relatie staan tot het ongeval. Klaverblad heeft de aansprakelijkheid voor het ongeval erkend, maar betwist de omvang van de schade en het causaal verband tussen de klachten van verzoekster en het ongeval.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanrijding plaatsvond met een impactsnelheid van maximaal 15 km/u en dat er geen zichtbare schade aan het voertuig van verzoekster is opgetreden. De rechtbank concludeert dat verzoekster niet voldoende heeft aangetoond dat de botsing (noemenswaardige) schade aan haar voertuig heeft veroorzaakt. Daarnaast heeft verzoekster onvoldoende onderbouwd dat haar klachten, waaronder nek- en rugklachten, het gevolg zijn van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek van verzoekster af, omdat zij niet heeft aangetoond dat er een causaal verband bestaat tussen haar klachten en het ongeval.
De rechtbank overweegt verder dat de kosten van de procedure niet voor vergoeding in aanmerking komen, omdat verzoekster op de hoogte was van de discrepantie tussen haar klachten en de geringe impact van het ongeval. De rechtbank wijst het verzoek om kostenbegroting af en concludeert dat het verzoek om aansprakelijkheid en schadevergoeding niet kan slagen.