Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen
[naam 1], eiseres 1, en
de minister van Buitenlandse Zaken, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
more than the normal emotional ties) tussen eiseressen en de overige gezinsleden niet aannemelijk is gemaakt, niet is gebleken van een objectieve belemmering om het gezinsleven elders uit te oefenen en er geen overige bijzondere omstandigheden zijn aangevoerd. Tot slot acht verweerder het bezwaar kennelijk ongegrond. Om die reden heeft hij afgezien van het horen van de belanghebbenden in bezwaar.
more than the normal emotional tiesniet als voorwaarde kunnen worden gesteld voor het aannemen van
familylifein de zin van artikel 8 van het EVRM. Eiseressen vermelden in dit verband het arrest van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in de zaak Boussara tegen Frankrijk (nr. 25672/07) en de uitspraak van deze rechtbank, zittingsplaats Groningen, van 20 juli 2012, AWB 11/24272 (JV 2012/419). Zelfs als verweerder had mogen toetsen of er more than the normal emotional ties waren tussen eiseressen en referent, had deze toets niet mogen worden aangelegd in de relatie tussen eiseressen en hun moeder en de andere kinderen, aldus eiseressen. Verweerder had verder bij zijn beoordeling moeten betrekken dat aan eiseressen eerder verblijf in Nederland was toegestaan. Eiseressen stellen tot slot dat zij ten onrechte niet zijn gehoord in bezwaar, nu hun bezwaren niet kennelijk ongegrond zijn.
fair balance(een redelijk evenwicht) te worden gevonden tussen enerzijds de belangen van het betrokken individu en anderzijds het algemeen belang van de lidstaat. Bij deze afweging komt de betrokken lidstaat een zekere beoordelingsruimte toe. De rechter dient te toetsen of verweerder alle relevante feiten en omstandigheden in zijn belangenafweging heeft betrokken en, indien dit het geval is, of verweerder zich, gelet op de
fair balancetussen de belangen, niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de inmenging van het recht van de vreemdeling op respect voor het familie- en gezinsleven gerechtvaardigd is. Deze maatstaf impliceert dat de toetsing door de rechter enigszins terughoudend dient te zijn.
more than the normal emotional ties(meer dan de gebruikelijke emotionele banden), alvorens toelating op grond van artikel 8 van het EVRM geboden is. Eiseressen hebben terecht aangevoerd dat deze aanvullende norm niet in alle gevallen gesteld kan worden. Onder meer uit het door eiseressen aangehaalde arrest van het EHRM inzake Bousarra tegen Frankrijk van 23 september 2010, maar ook uit het arrest in de zaak Osman tegen Denemarken van 14 juni 2011 (JV 2011/331), kan worden afgeleid dat bij jongvolwassenen die nog bij hun ouders verblijven en geen eigen gezin hebben gesticht, gezinsleven kan worden aangenomen. In het geval van eiseressen is niet in geschil dat zij tot het vertrek van hun moeder en hun minderjarige broers en zusje op 24 juni 2012 naar Nederland, in dat gezin in Turkije hebben verbleven. Anders dan verweerder, acht de rechtbank het niet aannemelijk dat eiseressen sindsdien in een andere woning dan de ouderlijke woning zijn gaan wonen. Weliswaar prijken op het Turkse uittreksel uit het bevolkingsregister van november 2012 nog steeds de namen van referent en alle andere gezinsleden, maar gelet op de toelichting van referent ter zitting – de woning is (nog steeds) eigendom van referent en referent heeft de inschrijving in deze gemeente in Turkije mede om die reden gehandhaafd – ligt het niet voor de hand dat eiseressen in een andere woning in Turkije zijn gaan wonen. Eiseressen hebben gesteld dat zij zelf geen ander gezin hebben gesticht. Gelet op deze omstandigheden had verweerder bij zijn beoordeling in het kader van artikel 8 van het EVRM niet het vereiste van
more than the normal emotional tiesmogen betrekken.