ECLI:NL:RBDHA:2013:15109
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beslissing over proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak betreffende bijzondere bijstand voor onderwijs
In deze zaak heeft eiseres, een moeder van kinderen die geen gebruik kunnen maken van het recht op onderwijs, bijzondere bijstand aangevraagd. De aanvraag werd gedaan op 18 april 2013, maar verweerder, het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, heeft pas op 4 juni 2013 een beslissing genomen. Eiseres heeft verweerder in gebreke gesteld en beroep ingesteld tegen het uitblijven van een beslissing. De rechtbank heeft geoordeeld dat de redelijke termijn voor het nemen van een beslissing in dit geval korter is dan de gebruikelijke acht weken, gezien de spoedeisende situatie waarin kinderen verstoken blijven van onderwijs. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres recht had op een beslissing binnen drie weken, en dat verweerder te laat heeft beslist.
De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat verweerder in gebreke is gebleven en heeft het verzoek van eiseres om een proceskostenveroordeling toegewezen. De rechtbank heeft verweerder veroordeeld tot het betalen van de proceskosten die eiseres heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep. De rechtbank heeft de kosten vastgesteld op € 236,00 en heeft ook bepaald dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 44,00 dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Verbeek op 13 november 2013, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.