Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres 1],
de minister van Buitenlandse Zaken,
Procesverloop
Overwegingen
.Dat referent eiseressen in 2011 heeft erkend, maakt het voorgaande niet anders. De door referent overgelegde telefoonkaarten, kopieën met opwaardering van beltegoeden en kopieën van geldstortingen tonen evenmin de feitelijke gezinsband aan nu niet duidelijk is ten behoeve van wie die documenten zijn aangewend. Dat eiseressen blijkens de overgelegde stukken van een school in Ghana aldaar de naam van referent hadden, is evenmin een doorslaggevend argument om het bestaan van een feitelijke gezinsband aan te nemen. Het standpunt van eiseressen dat paragraaf B2/9.2.1 Vc oud in strijd is met art 8 EVRM omdat er geen onderscheid gemaakt mag worden tussen de rechten van een vader van binnen dan wel buiten het huwelijk geboren kinderen volgt de rechtbank niet, nu verweerder dit niet heeft tegengeworpen. Bovendien wordt in het oude noch in het nieuwe beleid een onderscheid gemaakt tussen binnen dan wel buiten het huwelijk geboren kinderen.
8. Het beroep is ongegrond.
Beslissing
I. Boland, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 november 2013.