Uitspraak
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 november 2013 in de zaak tussen
[X], wonende te [Z], eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst[te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
Zitting
Beslissing
woning van € 20.217,88;
Overwegingen
Vaststaat dat verweerder geen informatiebeschikking heeft genomen, zodat er in zoverre geen grond is voor toepassing van omkering van de bewijslast. Voor de inkomstenbelasting geldt dat bij inhoudelijke gebreken in een aangifte slechts dan kan worden aangenomen dat de vereiste aangifte niet is gedaan, indien aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast is vastgesteld dat sprake is van één of meer gebreken die ertoe leiden dat de volgens de aangifte verschuldigde belasting verhoudingsgewijs aanzienlijk lager is dan de werkelijk verschuldigde belasting (vgl. Hoge Raad 30 oktober 2009, nr. 07/10513 op www.rechtspraak.nl en Hoge Raad 23 april 1986, nr. 23 374). Tevens is vereist dat het bedrag van de belasting dat als gevolg van de hiervoor bedoelde gebreken in de aangifte niet zou zijn geheven, op zichzelf beschouwd aanzienlijk is (vgl. Hoge Raad 20 mei 1987,