Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Het incident tot tussenkomst
2.De feiten
- Op alle onderdelen dient met marktconforme prijzen en realistisch te worden ingeschreven;
- Alle onderdelen moeten ook los van elkaar kunnen worden afgenomen voor de aangeboden prijs;
- Er mag niet met 0-tarieven, symbolische prijzen of negatieve prijzen worden ingeschreven.
Alle formulieren en verklaringen van de twee door u ingediende ingediende versies van uw inschrijving (‘origineel’ en kopie) zijn voorzien van gescande handtekeningen (inclusief inschrijfformulier en uniforme eigen verklaring).
3.Het geschil
4.De beoordeling van het geschil
kopievan het document waarop met de pen een handtekening is geplaatst geen origineel document is, ook niet nadat daaraan tabbladen zijn toegevoegd. Anders dan [A] heeft betoogd, kan voorts niet worden aangenomen dat de DJI heeft erkend dat [A] een originele inschrijving heeft ingediend. De zinsnede in de brief van de DJI van 18 juni 2013 “Alle formulieren en verklaringen van de twee door u ingediende ingediende versies van uw inschrijving (‘origineel’ en kopie) zijn voorzien van gescande handtekeningen” houdt naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen erkenning in dat een origineel exemplaar is ingediend. Het gebruik van aanhalingstekens bij het woord origineel duidt er veeleer op dat hiermee het document is bedoeld dat door [A] is aangemerkt als het origineel, zonder dat daarmee op grond van eigen waarneming wordt bevestigd dat het desbetreffende document werkelijk een oorspronkelijk stuk is.
per locatie, onafhankelijk van de aanwezigheid van en het aantal bijgebouwen, gelijk blijven en (daarom) in de reguliere prijs dienen te zijn vervat. Die feitelijke omstandigheid verhoudt zich niet met een gelijk tarief op beide prijsonderdelen. Daarbij komt dat de Staat onweersproken heeft aangevoerd dat in alle inschrijvingen die niet terzijde zijn gelegd een aanzienlijk hogere reguliere prijs is geoffreerd. Een en ander brengt mee dat de reguliere prijs zoals door [A] is geoffreerd als niet realistisch en niet marktconform dient te worden beschouwd. [A] heeft ter zitting verklaard dat haar prijsopgave is gebaseerd op een eigen onderzoek naar het werkelijke aantal hoofd- en bijgebouwen waarop de opdracht zich richt en dat zij de opdracht voor de door haar opgegeven totale prijs kan uitvoeren zonder dat de kwaliteit van de werkzaamheden in het geding komt. Hoewel het [A] op zichzelf vrijstond een dergelijk zelfstandig onderzoek te verrichten, was het haar niet toegestaan de uitkomsten van dat onderzoek bepalend te laten zijn voor de hoogte van de afzonderlijke prijzen op de wijze waarop zij dat heeft gedaan. De wijze waarop [A] haar inschrijving heeft ingericht, waarbij zij kennelijk op basis van eigen onderzoek de kosten die betrekking hebben op locaties zonder bijgebouwen heeft verdisconteerd in de kosten voor opslag voor bijgebouwen, is immers in strijd met de eis dat de prijs
per onderdeelrealistisch en marktconform moet zijn.