Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Het incident tot voeging
2.De feiten
de huurprijs van een staand model per maand (deze prijs geldt tevens ook voor een groot tafelmodel);
de operationele kosten (inclusief service- en onderhoudskosten) per automaat per maand;
een gemiddelde ingrediëntprijs x 1000 stuks (inclusief beker).
- De kosten moeten zijn toegekend aan dejuiste kostensoort.
- Hetonderling verschuivenvan de kostenis niet toegestaan.
- de verschillende ingrediëntkosten dienen in relatie te staan tot de gemiddelde kosten van één consumptie.
- de gemiddelde ingrediëntkosten zijn gebaseerd op de in bijlage 4 opgegeven prijs per consumptie. Dit is een bindende opgave.
- Inschrijver mag niet met nul (0) euro of met negatieve kosten inschrijven.
- Inschrijver mag geen irreële, manipulatieve of abnormaal lage of hoge inschrijving doen.
- Indien inschrijver bovenstaande punten niet naleeft kan dit leiden tot uitsluiting.
3.Het geschil
primairde Staat te gebieden de uitsluiting van DEP en de voorlopige gunning in te trekken en de Staat te verbieden de Opdracht te gunnen aan Autobar; de Staat te gebieden om alle inschrijvingen opnieuw te beoordelen door een nieuw beoordelingsteam, met inachtneming van de beginselen van het aanbestedingsrecht en de aanbestedingsdocumenten en de Staat te gebieden om binnen één week een nieuw gunningsvoornemen bekend te maken;
subsidiairde Staat te gebieden de Aanbesteding te staken en gestaakt te houden en de Opdracht opnieuw aan te besteden nadat deze wezenlijk is gewijzigd en
meer subsidiaireen in goede justitie te bepalen maatregel te treffen, een en ander op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de Staat in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
4.De beoordeling van het geschil
maximalelooptijd van drie jaar. De door DEP aangeboden prijs sluit gelet op het voorgaande dan ook niet aan bij de Opdracht en hetgeen is voorgeschreven in de aanbestedingsstukken en is om die reden weliswaar begrijpelijk, maar ten onrechte, bijzonder hoog. Er is aldus niet meer sprake van een reguliere aanbieding van een inschrijver die een verkeerde inschatting van de markt heeft gemaakt, maar van een inschrijver die een verkeerde aanbieding heeft gedaan die dus irreëel is. De Staat heeft reeds daarom op goede gronden tot het oordeel kunnen komen dat de door DEP aangeboden huurprijs voor de automaten irreëel en in strijd met het bepaalde in paragraaf 6.2 van het Aanbestedingsdocument is, zodat het hem op grond van diezelfde paragraaf in het Aanbestedingsdocument vrij stond om de inschrijving van DEP terzijde te leggen. Een bijkomende consequentie van de wijze waarop DEP heeft geoffreerd is dat zij, mogelijk onbedoeld, de uitkomst van de aanbesteding heeft gemanipuleerd. De vorderingen strekkende tot het intrekken van de voorlopige gunningsbeslissing en tot herbeoordeling worden dan ook afgewezen.