ECLI:NL:RBDHA:2013:16787
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kort geding van 'Karate Bob' tegen de Staat over uitzetting en rechtsbescherming
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag op 10 december 2013 uitspraak gedaan in een kort geding dat was aangespannen door een man, bekend als 'Karate Bob', tegen de Staat der Nederlanden. De eiser, afkomstig uit het voormalige Joegoslavië, verzocht de rechtbank om de Staat te verbieden hem uit Nederland te verwijderen. Dit verzoek was gebaseerd op een eerdere uitspraak uit 1986, waarin de Staat was verboden om eiser uit te zetten naar zijn land van herkomst vanwege de mogelijkheid van schending van zijn mensenrechten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de eiser zich in dit geval tot de bestuursrechter moet wenden voor zijn vorderingen, aangezien de bestuursrechter exclusief bevoegd is om te oordelen over de rechtmatigheid van het terugkeerbesluit dat aan eiser was opgelegd. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiser afgewezen en hem niet-ontvankelijk verklaard, omdat er een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang openstaat. De rechter benadrukte dat de civiele rechter geen aanvullende rechtsbescherming kan bieden in dit geval, gezien de scheiding van de staatsmachten en de wettelijke bevoegdheidsverdeling tussen de burgerlijke en bestuursrechter. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die op € 1.405,-- werden begroot, te vermeerderen met wettelijke rente.