ECLI:NL:RBDHA:2013:17583
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en afhankelijkheid van gezinsleden in het kader van de Dublinverordening
In deze zaak gaat het om de asielaanvragen van een Syrisch gezin, bestaande uit een man, zijn vrouw en hun drie minderjarige kinderen. De aanvragen zijn afgewezen door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvragen, aangezien het gezin daar eerder een visum had verkregen. De eisers hebben beroep ingesteld tegen deze afwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening om hun uitzetting te voorkomen totdat op hun beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld op 28 november 2013, waarbij de eisers werden vertegenwoordigd door hun gemachtigde, mr. P.R. Klaver.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat nader onderzoek niet nodig was en heeft direct op de beroepen beslist. De eisers hebben aangevoerd dat er een afhankelijkheidsrelatie bestaat tussen de moeder van de vrouw en haar, wat zou moeten leiden tot een heroverweging van de asielaanvragen op basis van artikel 15 van de Dublinverordening. De moeder van de vrouw heeft psychische problemen en is afhankelijk van haar dochter, wat door een medisch dossier werd onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd dat er geen sprake is van deze afhankelijkheid.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de beroepen gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen opnieuw te beslissen op de aanvragen van de eisers, met inachtneming van de uitspraak. Tevens zijn de proceskosten van de eisers vergoed. De uitspraak is openbaar gedaan op 5 december 2013.