ECLI:NL:RBDHA:2013:19306
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter in gezagskwestie en vaderschapsontkenning
In deze zaak, behandeld door de Meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag, is op 10 december 2013 een wrakingsverzoek ingediend door verzoeker en verzoekster. Het wrakingsverzoek betreft de kinderrechter, mr. M.Th. Nijhuis, die betrokken was bij twee procedures: een gezagskwestie over de minderjarige dochter van verzoekster en belanghebbende 1, en een ontkenning van het vaderschap met betrekking tot de minderjarigen, belanghebbende 2 en 3. Verzoeker stelde dat de rechter zich moest verschonen na een mondelinge klacht die hij had vernomen, en dat zijn e-mail aan de rechtbank als wrakingsverzoek moest worden opgevat. De rechter heeft echter geen aanleiding gezien om zich te verschonen en heeft gereageerd op het wrakingsverzoek, waarbij zij stelde dat er geen sprake was van een klacht, maar van een melding van een voorval tijdens de zitting.
Tijdens de mondelinge behandeling op 25 november 2013 zijn verzoeker, verzoekster en belanghebbende 1 verschenen, terwijl de bijzonder curator van belanghebbende 2 en 3 niet aanwezig was. Verzoeker heeft zijn standpunt toegelicht, waarin hij de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter in twijfel trok. De wrakingskamer heeft overwogen dat verzoeker geen partij is in de hoofdzaken en dat zijn verzoek niet-ontvankelijk verklaard moet worden. Voor zover het wrakingsverzoek mede door verzoekster is ingediend, heeft de wrakingskamer geoordeeld dat de gronden voor het verzoek niet tijdig zijn ingediend en dat er geen zwaarwegende aanwijzingen zijn voor een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter.
De wrakingskamer heeft uiteindelijk besloten om verzoeker niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoek, het wrakingsverzoek van verzoekster af te wijzen voor zover het de melding van de rechter betreft, en verzoekster voor het overige niet-ontvankelijk te verklaren. Het proces in de hoofdzaken zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.