ECLI:NL:RBDHA:2013:19525
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verstrekking van gegevens door eiser met betrekking tot de Conet Stiftung en buitenlandse bankrekeningen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 18 december 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. P.J. van Hagen, en gedaagde, de Staat der Nederlanden (Ministerie van Financiën), vertegenwoordigd door mr. T. Novakovski. Eiser is veroordeeld om bepaalde gegevens en inlichtingen te verstrekken over vermogensbestanddelen in Zwitserland en Liechtenstein, met betrekking tot de Conet Stiftung, een Liechtensteinse stichting waarvan hij als eerste begunstigde werd aangemerkt. De Belastingdienst had eiser herhaaldelijk verzocht om informatie, maar eiser stelde niet over de gevraagde gegevens te beschikken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiser niet heeft voldaan aan de hem opgelegde bevelen en heeft hem veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 2.500 per dag bij niet-nakoming, met een maximum van € 500.000. Eiser heeft hoger beroep ingesteld, maar het Gerechtshof heeft de eerdere uitspraak bevestigd. De Hoge Raad heeft op 12 juli 2013 het arrest van het Gerechtshof en het vonnis van de voorzieningenrechter vernietigd, maar de verplichtingen van eiser om informatie te verstrekken bleven bestaan. Eiser heeft echter geen adequate stappen ondernomen om de gevraagde informatie te verkrijgen, wat leidde tot de conclusie dat hij dwangsommen heeft verbeurd. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiser tot schorsing van de executie en het verbod op tenuitvoerlegging van de executoriale titels afgewezen, en eiser is veroordeeld in de proceskosten.