Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
Rechtbank Den Haag
In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2013 een herstelvonnis uitgesproken in de zaak tussen twee eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.J. Fluitman, en een gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.E.H. Dumont. De zaak betreft een verzoek tot verbetering en aanvulling van een eerder vonnis dat op 4 september 2013 was gewezen. De eisers hebben de rechtbank verzocht om een kennelijke fout in het eerdere vonnis te corrigeren, waarbij de namen van de advocaten verkeerd waren vermeld. Daarnaast vroegen zij om een beslissing over de kosten in het incident, die in het eerdere vonnis niet waren behandeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er inderdaad sprake was van een kennelijke fout in het vonnis van 4 september 2013, en heeft het verzoek tot verbetering op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) toegewezen. Tevens heeft de rechtbank het verzoek tot aanvulling op grond van artikel 32 Rv toegewezen, omdat er niet was beslist over de kosten in het incident. De rechtbank heeft de namen van de advocaten in het eerdere vonnis gecorrigeerd en de kosten aan de zijde van de eisers vastgesteld op € 452,- aan salaris advocaat.
De rechtbank heeft verder bepaald dat deze verbeteringen en aanvullingen op de minuut van het eerdere vonnis moeten worden vermeld, en heeft de gedaagde gelast om het ontvangen afschrift van het eerdere vonnis na ontvangst van deze aanvullende beslissing aan de griffie van de rechtbank te retourneren. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.