ECLI:NL:RBDHA:2013:9483

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 juli 2013
Publicatiedatum
30 juli 2013
Zaaknummer
C-09-319096 - HA RK 08-916 (2)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • D.H. von Maltzahn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrijging en behoud van de Nederlandse nationaliteit in relatie tot de Belgische nationaliteit

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 25 juli 2013, gaat het om de verkrijging en het behoud van de Nederlandse nationaliteit in het licht van de Belgische nationaliteit. De rechtbank behandelt een vervolg op een eerdere beschikking van 2 mei 2013, waarin werd vastgesteld dat de verzoekers bij hun geboorte in het bezit zijn gekomen van de Nederlandse nationaliteit. Echter, volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) hebben sommige verzoekers op een later moment ook de Belgische nationaliteit verkregen. De verzoekers hebben de gelegenheid gekregen om schriftelijk te reageren op de gevolgen van deze dubbele nationaliteit.

De rechtbank overweegt dat verzoekers 1a, 1b en 2 door vrijwillige verkrijging van de Belgische nationaliteit hun Nederlandse nationaliteit hebben verloren, terwijl verzoekers 4c en 4d door geboorte de Belgische nationaliteit hebben verkregen. Voor de overige verzoekers zijn uitzonderingen van toepassing, waardoor zij hun Nederlandse nationaliteit hebben behouden. De rechtbank concludeert dat het verzoek van verzoekers 1a en 2 moet worden afgewezen, terwijl de overige verzoekers in het bezit blijven van de Nederlandse nationaliteit.

De beschikking is enkelvoudig gegeven door mr. D.H. von Maltzahn, die de zaak in het openbaar heeft uitgesproken. De rechtbank bevestigt de eerdere beslissing en stelt vast dat de overige verzoekers vanaf hun geboorte in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit, waarbij de IND niet heeft gereageerd op de gelegenheid om zich uit te laten over de zaak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel
zaaknummer / rekestnummer: C/09/319096 / HA RK 08-916
Beschikking van 25 juli 2013
in de zaak van:

1.[1],

wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1959 te [geboorteplaats],
en zijn kinderen:
1a. [1a],
wonende te [woonplaats],
geboren op [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats],
1b. [1b],
wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats],
1c. [1c],
wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats],
1d. [1d],
wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats],
1e. [1e],
wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1999 te [geboorteplaats],
1f. [1f],
wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 2005 te [geboorteplaats],

2.[2],

wonende te [geboorteplaats],
geboren op [geboortedag]1960 te [geboorteplaats],
en zijn kinderen:
2a. [2a],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
geboren op [geboortedag] 1982 te [geboorteplaats],
2b. [2b],
wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1991 te [geboorteplaats],
2c. [2c],
wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats],

3.[3],

geboren op [geboortedag] 1963 te [geboorteplaats],
en zijn kinderen:
3a. [3a],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats],
3b. [3b],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats],
3c. [3c],
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats],
3d. [3d],
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats],
allen wonende te Engeland,

4.[4],

geboren op [geboortedag] 1965 te [geboorteplaats],
en zijn kinderen:
4a. [4a],
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats],
4b. [4b],
geboren op [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats],
4c. [4c],
geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats],
4d. [4d],
geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats],
allen wonende te [woonplaats] (België),

5.[5],

geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats],
en zijn kinderen:
5a. [5a],
geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats],
5b. [5b],
geboren op [geboortedag] 2007 te [geboorteplaats],
allen wonende te [woonplaats] (België),

6.[6],

wonende te [woonplaats] (België),
geboren op [geboortedag] 1967 te [geboorteplaats],
verzoekers,
advocaat eerst mr. B. Hiddinga, thans mr. A.A. Vermeij te Den Haag,
tegen:
DE STAAT DER NEDERLANDEN
(Ministerie van Veiligheid en Justitie, Immigratie- en Naturalisatiedienst,
verder aan te noemen: ‘de IND’)
zetelende te Den Haag,
belanghebbende,
vertegenwoordigd door eerst mr. L.C.M. Hakkaart, thans mr. Y. Kern.
De rechtbank blijft bij al hetgeen is overwogen en beslist in haar beschikking van 2 mei 2013, met dien verstande dat de geboortedatum van verzoeker 1b is gerectificeerd in [geboortedag] 1990. Kortheidshalve volstaat de rechtbank nu met verwijzing naar de inhoud van die beschikking.

1.De procedure

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • de brief van mr. Vermeij van 8 mei 2013,
  • de brief van de IND van 19 juni 2013.

2.De beoordeling

2.1.
In de beschikking van 2 mei 2013 is de rechtbank in overweging 5.11 tot de conclusie gekomen dat alle verzoekers bij hun geboorte in het bezit zijn gekomen van de Nederlandse nationaliteit. Een aantal van hen hebben echter volgens opgave van de IND op enig moment (eveneens) de Belgische nationaliteit verkregen. Verzoekers zijn in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten over de gevolgen die de verkrijging van de Belgische nationaliteit heeft voor het al dan niet behouden c.q. verliezen van de Nederlandse nationaliteit. Verzoekers hebben bij brief van 8 mei 2013 van die gelegenheid gebruik gemaakt. De IND heeft hierop bij brief van 19 juni 2013 gereageerd. De officier van justitie heeft, hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, niet gereageerd, zodat de rechtbank aanneemt dat hij zich refereert aan het oordeel van de rechtbank.
2.2.
Verzoekers voeren in hun brief van 8 mei 2013 aan dat alleen verzoekers 1a, 1b en 2 door vrijwillige verkrijging van de Belgische nationaliteit de Nederlandse nationaliteit hebben verloren. Verzoekers 4c en 4d hebben door geboorte de Belgische nationaliteit verkregen. Op de overige in rechtsoverweging 5.12 van de beschikking van 2 mei 2013 genoemde verzoekers zijn uitzonderingen genoemd in artikel 15 lid 2 of in artikel 16 lid 2 RWN van toepassing, zodat zij tevens in het bezit zijn gebleven van de Nederlandse nationaliteit, aldus verzoekers. De IND voert onder meer aan dat ook verzoeker 1b zijn Nederlandse nationaliteit behield, omdat op hem de uitzondering van artikel 15 lid 2 aanhef en onder b RWN van toepassing is.
2.3.
De rechtbank komt tot het oordeel dat van de in overweging 5.12 van de beschikking van 2 mei 2013 genoemde verzoekers alleen verzoekers 1a en 2 door vrijwillige verkrijging van de Belgische nationaliteit op grond van artikel 15 lid 1 aanhef en onder a RWN het Nederlanderschap hebben verloren. Niet is gebleken dat op hen enige uitzondering als bedoeld in het tweede lid van genoemd artikel van toepassing is. De rechtbank laat hierbij in het midden of deze twee verzoekers nog in de gelegenheid zijn te opteren voor de Nederlandse nationaliteit. Hierover behoeft in de onderhavige procedure tot vaststelling van het Nederlanderschap niet te worden beslist. Verzoekers 4c en 4d hebben door geboorte de Belgische nationaliteit verkregen. Op hen zijn de artikelen 15 en 16 RWN niet van toepassing. De overige in overweging 5.12 genoemde verzoekers hebben bij hun geboorte de Nederlandse nationaliteit verkregen. Ten aanzien van hen is wel gebleken van een uitzonderingsgrond als bedoeld in artikel 15 lid 2 RWN dan wel artikel 16 lid 2 RWN, zodat voor hen het Nederlanderschap niet verloren is gegaan.
2.4.
Gelet op het vorenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat het verzoek ten aanzien van verzoekers 1a en 2 dient te worden afgewezen en ten aanzien van de overige verzoekers dient te worden toegewezen.
2.5.
Deze beschikking is, in verband met afwezigheid van mr. Groeneveld-Stubbe en van mr. Louwinger-Rijk, enkelvoudig gegeven door mr. Von Maltzahn.

3.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek ten aanzien van verzoekers 1a en 2 af,
- stelt vast dat de overige verzoekers vanaf hun geboorte in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit.
Deze beschikking is gegeven door mr. D.H. von Maltzahn en in het openbaar uitgesproken op 25 juli 2013.