ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ0023
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de 30%-regeling op bonus uitbetaald na afloop van de regeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2013 uitspraak gedaan in een geschil over de toepassing van de 30%-regeling op een bonus die aan eiser is uitbetaald. Eiser, werkzaam bij [C] B.V., had in 1999 de 30%-regeling toegewezen gekregen, die eindigde op 31 juli 2008. In 2009 ontving hij een bonus van € 169.182, die betrekking had op arbeid verricht in 2008. De werkgever had de 30%-regeling niet toegepast op deze bonus, omdat deze na de afloop van de regeling was uitbetaald. Eiser was van mening dat 7/12e deel van de bonus onder de regeling viel, aangezien dit deel betrekking had op arbeid verricht tijdens de looptijd van de regeling.
De rechtbank oordeelde dat de 30%-regeling van toepassing was op 7/12e deel van de bonus, omdat deze bonus een beloning was voor arbeid verricht als ingekomen werknemer in 2008. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad, waarin werd gesteld dat het moment van uitbetaling niet bepalend is voor de toepassing van de regeling. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en verlaagde de belastingaanslag tot € 293.121. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.162.
De uitspraak benadrukt het belang van de context van de arbeid en de beloning, en dat de timing van de uitbetaling niet altijd bepalend is voor de fiscale behandeling van vergoedingen. Eiser had recht op de toepassing van de 30%-regeling op het deel van de bonus dat betrekking had op de periode waarin hij als ingekomen werknemer kwalificeerde.