ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ2056
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing faillissementsverzoek op basis van onduidelijkheid over betalingsverplichtingen
In deze zaak hebben verzoeksters, Stichting Bedrijfspensioenfonds [X.] en Stichting Sociaal Fonds [Y.], een faillissementsverzoek ingediend tegen de vennootschap onder firma [A.] V.O.F. en haar vennoten [verweerder sub 1] en [verweerder sub 2]. De verzoeksters stellen dat de verweerders in de toestand verkeren dat zij hebben opgehouden te betalen, omdat zij verschillende vorderingen onbetaald laten. De rechtbank heeft op 8 januari, 29 januari en 12 februari 2013 de zaak behandeld en de betrokken partijen gehoord.
De rechtbank constateert dat er onduidelijkheid bestaat over de te betalen nota's en de betalingen die door de verweerders zijn verricht. Verweerders hebben verklaard dat zij in 2011 een bedrag van € 12.000,- hebben overgemaakt, maar dat deze betalingen niet terug te vinden zijn in de overzichten van verzoeksters. De verweerders hebben aangegeven dat zij bereid zijn om te betalen, maar dat zij eerst duidelijkheid willen over de teruggave van 2011 en de openstaande nota's van 2012. De rechtbank benadrukt dat de faillissementsprocedure niet bedoeld is om geschillen over administratieve onduidelijkheden te laten voortbestaan.
De rechtbank oordeelt dat niet summierlijk is gebleken dat de verweerders in de toestand verkeren dat zij hebben opgehouden te betalen. De rechtbank wijst het verzoek tot faillietverklaring af, omdat de faillissementsprocedure niet kan worden gebruikt om gezonde ondernemingen onder druk te zetten vanwege administratieve geschillen. De beslissing is genomen door rechter G.H.M. Smelt en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 12 februari 2013.