ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ7301

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 maart 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
JE RK 13-409 C/09/437157
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg na een voorlopige machtiging

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 11 maart 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. Het verzoekschrift was ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, met betrekking tot de minderjarige, geboren in 2003. De minderjarige verblijft feitelijk in een gesloten jeugdzorginstelling en is op 6 maart 2013 door de kinderrechter in raadkamer gehoord.

De kinderrechter heeft eerder op 14 februari 2013 een voorlopige machtiging verleend voor de opname van de minderjarige in een gesloten jeugdzorginstelling, die geldig was tot 14 maart 2013. De moeder van de minderjarige heeft aangegeven blij te zijn met de huidige situatie en dat de minderjarige behandeling nodig heeft. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft, die zijn ontwikkeling belemmeren. Dit maakt opname in een gesloten setting noodzakelijk om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg onttrekt.

De kinderrechter heeft besloten om de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden te machtigen de minderjarige op te nemen in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg voor de periode van 14 maart 2013 tot 15 juni 2013, ter effectuering van het indicatiebesluit van 14 februari 2013. De beschikking is gegeven door mr. J.M. Ghrib en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De moeder, die het ouderlijk gezag alleen uitoefent, en de advocaat van de minderjarige waren aanwezig tijdens de zitting. De kinderrechter heeft kennisgenomen van alle relevante stukken en heeft de zaak opnieuw behandeld met gesloten deuren.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Kinderrechter
Rekestnummer: JE RK 13-409
Zaaknummer: C/09/437157
Datum beschikking: 11 maart 2013
Machtiging tot uithuisplaatsing in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg na een voorlopige machtiging
Beschikking op het op 14 februari 2013 ingekomen verzoekschrift van:
de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, vestiging Den Haag Zuid/Rijswijk (verder: Bureau Jeugdzorg),
met betrekking tot de minderjarige:
[minderjarige 1], geboren op [datum] 2003 te [plaats A]
kind van:
[mevrouw B]
de moeder,
wonende te [plaats C],
die het ouderlijk gezag alleen uitoefent.
De minderjarige verblijft feitelijk in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg, te weten [instelling] te [plaats E]
Procedure
De kinderrechter heeft kennisgenomen van:
- het verzoekschrift met bijlagen;
- de instemmingsverklaring d.d.14 februari 2013 van een gedragswetenschapper als bedoeld
in artikel 29c, vierde lid, van de Wet op de Jeugdzorg, die de jeugdige met het oog daarop
kort tevoren heeft onderzocht;
- het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg d.d. 14 februari 2013 met de daarbij behorende
aanvraag;
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank d.d. 15 februari 2013.
Op 11 maart 2013 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank opnieuw met gesloten deuren behandeld.
Hierbij zijn verschenen:
- de heer [de heer D] namens Bureau Jeugdzorg;
- de moeder;
- mr. D.S.C. Hes, advocaat van de minderjarige.
De minderjarige is op 6 maart 2013 op locatie, te weten in [instelling], door de kinderrechter in raadkamer gehoord.
Feiten
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 14 februari 2013 de Raad voor Rechtsbijstand te ’s-Gravenhage bevolen een advocaat aan de minderjarige toe te voegen.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking d.d. 15 juni 2012 de ondertoezicht-stelling van de minderjarige verlengd van 17 juni 2012 tot 15 juni 2013.
Bij beschikking d.d. 15 februari 2013, waarvan de inhoud als hier overgenomen dient te worden beschouwd, heeft de kinderrechter een voorlopige machtiging verleend om de minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg te doen opnemen en te doen verblijven van 15 februari 2013 tot 14 maart 2013 en het verzoek voor het overige aangehouden tot de terechtzitting van 11 maart 2013.
Verzoek
Het verzoek strekt tot machtiging de minderjarige te doen opnemen en te doen verblijven
in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling.
Beoordeling
De heer [de heer D] heeft ter terechtzitting mondeling gepersisteerd bij het verzoek en heeft hiertoe verwezen naar de inhoud van het verzoekschrift en de overige overgelegde stukken.
De heer [de heer D] heeft meegedeeld, dat de minderjarige niet langdurig in [instelling] kan blijven, dat daarom wordt gekeken naar een andere geschikte plaats voor hem, waarbij wordt gedacht aan Pluryn, een open AWBZ-instelling in het oosten van het land en dat plaatsing daar op redelijk korte termijn gerealiseerd zal kunnen worden als wordt besloten om hem daar te plaatsen en de moeder daarmee akkoord gaat.
Mr. Hes heeft naar voren gebracht, dat de minderjarige het liefst weer bij zijn moeder wil wonen.
Voorts heeft zij meegedeeld zich voor wat betreft het verzoek van Bureau Jeugdzorg te refereren aan het oordeel van de kinderrechter.
De moeder heeft meegedeeld blij te zijn dat de minderjarige in [instelling] zit, omdat hij het daar goed doet. Voorts heeft zij meegedeeld dat de minderjarige behandeling nodig heeft en dat zij zich neerlegt bij hetgeen noodzakelijk voor hem wordt geacht.
De kinderrechter is, gelet op hetgeen uit het dossier en ter terechtzitting naar voren is gekomen, van oordeel dat de minderjarige ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen heeft die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken of daaraan door anderen zal worden onttrokken. Daarbij overweegt de kinderrechter in het bijzonder dat bij de minderjarige sprake is van ernstige gedragsproblemen, waarbij hij dusdanig gedrag laat zien dat hij een gevaar voor zichzelf en anderen is en daarin niet is te begrenzen en dat daarom plaatsing in een gesloten setting noodzakelijk wordt geacht.
Gelet op het vorenstaande zal als volgt worden beslist.
Beslissing
De kinderrechter:
machtigt de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden de minderjarige te doen opnemen en te doen verblijven in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg zoals bedoeld in artikel 29b, eerste lid, van de Wet op de Jeugdzorg van 14 maart 2013 tot 15 juni 2013, zulks ter effectuering van het aangehechte indicatiebesluit d.d. 14 februari 2013.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Ghrib, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 maart 2013, in tegenwoordigheid van A.J. Fioole als griffier.
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te
’s-Gravenhage.