ECLI:NL:RBDHA:2013:CA2385
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.J.A.M. Ahsmann
- Rechtspraak.nl
Verzekeringsrecht: Dekking onder AVB-polis bij arbeidsongeval met vorkheftruck
In deze zaak vorderde de besloten vennootschap [A] B.V. een verklaring voor recht dat Aegon Schadeverzekering N.V. gehouden is dekking te verlenen onder de Aansprakelijkheidsverzekering voor Bedrijven (AVB) voor de gevolgen van een arbeidsongeval dat op 10 februari 2010 plaatsvond. De werkneemster [B] van [A] raakte ernstig gewond bij een ongeval met een vorkheftruck, die door haar collega [D] werd bestuurd. Aegon betwistte de dekking op basis van een uitsluitingsbepaling in de polisvoorwaarden, die schade veroorzaakt met of door een motorrijtuig uitsluit. De rechtbank moest beoordelen of de vorkheftruck als motorrijtuig kan worden aangemerkt en of de uitsluitingsbepaling van toepassing is.
De rechtbank oordeelde dat de vorkheftruck, die motorisch aangedreven is en zich zelfstandig kan voortbewegen, onder de definitie van motorrijtuig valt. Echter, de rechtbank concludeerde dat de schade niet is veroorzaakt 'met of door' de vorkheftruck, maar door de handelingen van [B] zelf, die in een draadmand op de vorken van de heftruck stond en daardoor viel. De rechtbank oordeelde dat de uitsluitingsclausule niet van toepassing was, omdat de oorzaak van de schade niet lag in het gebruik van de vorkheftruck, maar in de onveilige werkwijze van [B].
De rechtbank verklaarde voor recht dat Aegon dekking moet verlenen onder de AVB-verzekering en dat Aegon gehouden is de door [A] aan [B] betaalde bedragen te vergoeden, vermeerderd met wettelijke rente. Aegon werd ook veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis werd uitgesproken op 15 mei 2013.