ECLI:NL:RBDHA:2014:10176
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Uitzetting en vrijheidsontneming van een Burundese vreemdeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser, een Burundese vreemdeling, was op 24 april 2014 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet. Eiser stelde dat er geen risico was dat hij zich aan de uitzetting zou onttrekken en dat hij de uitzettingsprocedure niet belemmert. De rechtbank oordeelde dat eiser bekend was bij de politie en regelmatig in de nabijheid van de HEMA te vinden was, waar hij het straatjournaal verkocht. Ondanks deze omstandigheden oordeelde de rechtbank dat eiser de voorbereiding van zijn vertrek of uitzettingsprocedure wel degelijk ontwijkt of belemmert. Eiser had sinds zijn vorige bewaring op 27 februari 2012 geen stappen ondernomen om zijn terugkeer zelfstandig te bewerkstelligen, wat de rechtbank als een belangrijke factor beschouwde.
De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een disproportionele maatregel, aangezien onvoldoende was gebleken dat eiser zonder de vrijheidsontnemende maatregel zelfstandig zou vertrekken. Eiser had ook aangevoerd dat er geen zicht op uitzetting was binnen een redelijke termijn, maar de rechtbank oordeelde dat er wel degelijk zicht op uitzetting was, onder andere omdat een laissez-passer traject was gestart voor de Rwandese autoriteiten. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 mei 2014, en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.