In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Den Haag op 31 juli 2014, staat de vraag centraal of X B.V. terecht geen omzetbelasting in rekening heeft gebracht aan afnemers die hebben verklaard in het buitenland te zijn gevestigd. X B.V. biedt advertentieruimte aan verhuurders van (vakantie)huizen in het buitenland aan. De rechtbank oordeelt dat X B.V. niet heeft aangetoond dat de afnemers daadwerkelijk buiten Nederland gevestigde ondernemers zijn. De rechtbank stelt vast dat de activiteiten van X B.V. zijn aan te merken als reclamediensten en dat de bewijslast voor het aantonen van het ondernemerschap van de afnemers bij X B.V. ligt. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht zijn opgelegd, omdat X B.V. niet heeft voldaan aan de vereisten om geen Nederlandse omzetbelasting in rekening te brengen. De rechtbank wijst het beroep van X B.V. ongegrond.