Uitspraak
Rechtbank den haag
Gemeente Leiden,
1.Het procesverloop
2.De feiten in conventie en in reconventie
Bestaande huurovereenkomst
Koopovereenkomst
Verplaatsing woonwagen
Oplevering oude standplaats
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 juni 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Gemeente Leiden en [A] betreffende de ontruiming van een woonwagenstandplaats. De gemeente vorderde dat [A] de oude standplaats uiterlijk op 22 juni 2014 leeg en ontruimd zou opleveren, en dat zij gemachtigd werd om de woonwagen zelf te verplaatsen indien [A] hier niet aan voldeed. De gemeente had [A] eerder een bedrag van € 25.000,- beloofd ter compensatie voor de verplaatsing van de woonwagen, maar had dit bedrag nog niet betaald omdat [A] geen bankrekeningnummer had opgegeven. De voorzieningenrechter oordeelde dat de gemeente, als professionele partij, verantwoordelijk was voor de onduidelijkheid in de vaststellingsovereenkomst over de verplaatsingskosten. De rechter stelde vast dat er een impasse was ontstaan tussen partijen over het bedrag dat [A] op grond van de overeenkomst recht had. De voorzieningenrechter besloot dat de gemeente [A] een bedrag van € 25.000,- moest betalen, met een betalingsschema, en dat [A] de oude standplaats moest ontruimen, mits de gemeente tijdig aan haar betalingsverplichting voldeed. Indien [A] niet tijdig zou ontruimen, mocht de gemeente de woonwagen zelf verplaatsen op kosten van [A]. De gemeente werd veroordeeld in de proceskosten.