ECLI:NL:RBDHA:2014:11203
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onzekerheid over uitzetting naar Somalië en opheffing van vrijheidsontneming
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 augustus 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduring van een vrijheidsontnemende maatregel van eiser, een Somalische vreemdeling. Eiser was op 20 april 2014 in bewaring gesteld op grond van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sinds een overleg met de Somalische autoriteiten op 30 april 2014 geen verdere ontwikkelingen zijn geweest. Ondanks toezeggingen van de Somalische autoriteiten om binnen een maand uitsluitsel te geven, is er geen concrete informatie ontvangen over de medewerking aan gedwongen terugkeer van Somaliërs. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat een gesprek met de Somalische premier eind juli 2014 geen uitsluitsel heeft opgeleverd en dat er geen zicht is op een oplossing in de nabije toekomst.
De rechtbank concludeert dat er op dit moment geen concreet zicht op uitzetting naar Somalië bestaat binnen een redelijke termijn. Dit leidt tot de beslissing om de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel in strijd met de wet te verklaren en de bewaring op te heffen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is om schadevergoeding toe te kennen, aangezien het zicht op uitzetting ontbreekt. Eiser heeft recht op proceskostenvergoeding, die door de rechtbank is vastgesteld op € 974,--. De uitspraak is gedaan door mr. M.J.M. Langeveld, rechter, en is bekendgemaakt aan de partijen.