In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen de actiegroep Recht op Bestaan en de burgemeester van Den Haag. De actiegroep had een optocht aangekondigd op 12 en 13 maart 2013, met aansluitende overnachting op het Plein in Den Haag. De burgemeester legde beperkingen op aan deze optocht op basis van de Wet openbare manifestaties, waarbij hij vreesde voor wanordelijkheden en gezondheidsrisico's voor de deelnemers. De rechtbank oordeelde dat eiser niet-ontvankelijk was in zijn beroep, omdat het beoogde evenement inmiddels in het verleden lag en er geen procesbelang meer bestond. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de burgemeester en verklaarde het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit niet-ontvankelijk. Tevens werd de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 974,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak van procesbelang in bestuursrechtelijke procedures en de voorwaarden waaronder beperkingen op het recht van betoging kunnen worden opgelegd.