AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Opzettelijke benadeling van de gezondheid door toevoeging van MDMA aan wijn
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 oktober 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk benadelen van de gezondheid van een slachtoffer door MDMA aan een glas wijn toe te voegen. Het slachtoffer, dat op 20 augustus 2012 in de woning van de verdachte was, heeft een glas wijn gedronken waaraan de verdachte MDMA had toegevoegd. Direct na het drinken van de wijn voelde het slachtoffer zich onwel, met symptomen zoals duizeligheid, misselijkheid en angst voor hartproblemen. Deze symptomen leidden tot een telefoontje naar de huisartsenpost, waar het slachtoffer herhaaldelijk aangaf dat de symptomen niet normaal waren en dat ze nog nooit zoiets had meegemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk de gezondheid van het slachtoffer heeft benadeeld door haar te dwingen de wijn te drinken, waarvan hij wist dat deze MDMA bevatte.
De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer en de medische gegevens in overweging genomen. Er zijn sporen van MDMA aangetroffen in het bloed van het slachtoffer en in het glas wijn dat door de verdachte was ingeschonken. De verdachte ontkende de beschuldigingen en beweerde dat het slachtoffer zelf de MDMA had ingenomen. De rechtbank oordeelde echter dat er voldoende bewijs was dat de verdachte de MDMA in het glas had gedaan en dat hij opzettelijk handelde. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten en hem veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur, met een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden.
Daarnaast heeft de rechtbank de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding afgewezen, omdat de gevorderde schade niet rechtstreeks was toegebracht door het bewezenverklaarde feit. De rechtbank heeft ook de vordering tot teruggave van inbeslaggenomen goederen afgewezen, omdat het strafvorderlijk belang zich daartegen verzet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de voorzitter en twee andere rechters aanwezig waren.
Voetnoten
1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1581-2012178224, van de regiopolitie Haaglanden (doorgenummerd blz. 1 t/m 69).
2.Geschrift, te weten brief Reinier de Graaf Groep, opgesteld door [naam 1] en dr. [naam 2], blz. 23; Geschrift, te weten medisch dossier betreffende [slachtoffer], p. 24 t/m 26.
3.NFI rapport “Toxicologisch onderzoek in het lichaamsmateriaal van een slachtoffer, p. 45; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek, p. 37.
4.NFI Rapport “Toxicologisch onderzoek in twee wijnglazen”, p. 49; Proces-verbaal forensisch technisch onderzoek, p. 37; Proces-verbaal van bevindingen, p. 29.
5.Proces-verbaal van verhoor aangever, p. 15 en 16; Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 8 oktober 2014.
6.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 15 en 16.
7.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer], p. 12.
8.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2014.
9.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2014.
10.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 16; Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer], p. 12.
11.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 16.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 58.
13.Geschrift, te weten medisch dossier betreffende [slachtoffer], p. 24 en 26.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 58; Geschrift, te weten medisch dossier betreffende [slachtoffer], p. 24.
15.NFI rapport “Toxicologisch onderzoek in het lichaamsmateriaal van een slachtoffer, p. 44 en 45.
16.Geschrift, te weten medisch dossier betreffende [slachtoffer], p. 24 en 25.
17.Geschrift, te weten medisch dossier betreffende [slachtoffer], p. 25 en 26.