ECLI:NL:RBDHA:2014:14933
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake erf- of schenkbelasting
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 oktober 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen een aanslag erf- of schenkbelasting die door de inspecteur van de Belastingdienst was opgelegd aan belanghebbende, vertegenwoordigd door mr. F. Roet. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard in een uitspraak op bezwaar van 24 april 2014. De gemachtigde heeft vervolgens op 2 juli 2014 een beroepschrift ingediend, waarin hij verzocht om slechts eenmaal griffierecht te berekenen voor meerdere eisers. De rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat er geen sprake was van samenhangende besluiten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht voor deze zaak € 45,- bedroeg en dat belanghebbende tijdig op de hoogte was gesteld van de betalingstermijn. Ondanks een herinnering op 20 augustus 2014 heeft belanghebbende het griffierecht niet tijdig betaald. De rechtbank oordeelde dat het niet tijdig betalen van het griffierecht niet aan belanghebbende was toe te rekenen, maar dat dit niet betekende dat het beroep ontvankelijk was. De termijn voor het indienen van het beroep was verstreken, en de rechtbank concludeerde dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was.
De rechtbank heeft verder overwogen dat de termijn voor het indienen van beroep zes weken bedraagt, te rekenen vanaf de dag na de dagtekening van de beslissing op bezwaar. Aangezien de beslissing op bezwaar was gedagtekend op 24 april 2014, liep de termijn af op 5 juni 2014. Het beroepschrift was pas op 2 juli 2014 ontvangen, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 31 oktober 2014.