Daartoe voert [eiser] het volgende aan. De Staat heeft actief meegewerkt aan de vervolging van [eiser] in Argentinië. Het bewijs, zowel in belastende als ontlastende zin voor [eiser], bevindt zich in Nederland. Zonder de interventie van de Staat zou Argentinië geen strafproces tegen [eiser] zijn gestart. De Staat heeft dan ook de verplichting om [eiser] van gefinancierde Nederlandse rechtsbijstand te voorzien.
De Staat heeft onrechtmatig jegens [eiser] gehandeld, nu hij in 2008-2009 ongeclausuleerd medewerking heeft verleend aan het voorbereiden van een strafzaak tegen [eiser] in Argentinië. De Staat heeft materiaal verstrekt dat voortkwam uit oriënterend onderzoek door het landelijk parket in de periode van 2006-2008 en heeft op verzoek van Argentinië een huiszoeking bij [eiser] verricht. Ook heeft de Staat vluchtgegevens van [eiser] aan Argentinië verstrekt, hetgeen heeft geleid tot de arrestatie van [eiser] in Valencia. Voorts is gebleken dat de voorzieningenrechter zijn beslissing van december 2009 op aannames heeft gebaseerd die onjuist blijken te zijn en niet op feiten berusten. De voorzieningenrechter heeft zich laten leiden door onjuiste informatie van de landsadvocaat. Er is geen belastend bewijsmateriaal aanwezig in Argentinië en het ontlastende bewijsmateriaal bevindt zich in Nederland. Bijna vier jaar na de aanhouding van [eiser] blijkt dat Argentinië niet over ander bewijsmateriaal beschikt dan over de auditu-verklaringen die drie Nederlandse getuigen in 2008 in Nederland hebben afgelegd. Daar komt bij dat de Nederlandse verdediging van [eiser] in 2012 in contact is getreden met drie nieuwe getuigen die op essentiële onderdelen ontlastend over [eiser] konden verklaren. De Staat heeft in kort geding verklaard dat het voorarrest in Argentinië is gemaximaliseerd tot twee jaar met in uitzonderlijke gevallen één jaar verlenging. Gezien het aantal getuigenverhoren dat nog moet plaatsvinden, zal het ESMA-proces echter naar verwachting pas in 2015-2016 zijn afgerond. Op dat moment zal het voorarrest van [eiser] zijn opgelopen tot zes jaar. Als de voorzieningenrechter daar in december 2009 mee bekend was geweest, is bepaald niet uitgesloten dat de belangenafweging anders zou zijn uitgevallen. Dit klemt temeer nu de Staat sinds december 2011 wel op de hoogte is van deze actuele en juiste informatie en tot op heden geen actie tegen Argentinië heeft ondernomen. Ook de uitleg van de Staat van het vertrouwensbeginsel ten aanzien van Argentinië is onjuist geweest. Argentinië is weliswaar aan het IVBPR gebonden, maar in de procedure tegen [eiser] blijkt wel degelijk sprake te zijn van schendingen van fundamentele mensenrechten.
Voorts heeft het Nederlandse openbaar ministerie tijdens een NOS nieuwsuitzending verklaard dat uit de vliegerslogboeken zou blijken dat [eiser] zou hebben gelogen over het type vliegtuigen waarmee hij vloog, waarmee werd gesuggereerd dat hij wél dodenvluchten zou hebben gevlogen. Dat is een vorm van oneigenlijke beïnvloeding van getuigen en een schending van de onschuldpresumptie. Ook heeft de Staat ontlastende verklaringen buiten het dossier gehouden. Uit een en ander volgt dat de Staat van meet af aan grote invloed op het Argentijnse proces tegen [eiser] heeft uitgeoefend en dat ook in een richting heeft willen manoeuvreren die voor [eiser] belastend is.
Omdat [eiser] de Nederlandse nationaliteit bezit en de Staat actief heeft meegewerkt aan zijn uitlevering aan Argentinië, heeft de Staat een eigen verantwoordelijkheid voor het beschermen van zijn mensenrechten. Dat volgt ook uit het gegeven dat de Staat in andere rechtsgangen in het buitenland wel intervenieert. In de zaak van [eiser] heeft de Staat een minimalistische inspanning getoond na de aanhouding van [eiser]. De Staat heeft zijn verplichting geschonden door zonder voorbehoud, actief medewerking te verlenen aan de uitlevering van [eiser] aan Argentinië. Volgens de rechtspraak van het EHRM hebben derde landen een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het beschermen van mensenrechten tegenover burgers die voorwerp van uitlevering/overlevering zijn. Een derde land mag niet meewerken aan een rechtshulpverzoek als het leidt tot schending van mensenrechten.
Het handelen van de Staat heeft geleid tot schendingen van het EVRM. De onschuldpresumptie is geschonden doordat de Argentijnse justitie verlangt dat [eiser] zijn onschuld bewijst, in plaats van dat zijn schuld door de Argentijnse justitie met bewijsmiddelen wordt aangetoond. Het enige belastende bewijs bestaat uit de auditu getuigenverklaringen. Die getuigen bevinden zich in Nederland. Daarnaast bevinden zich in Nederland negen getuigen die op essentiële onderdelen ontlastend over [eiser] hebben verklaard. Bovendien heeft een analyse van de vlieglogboeken van [eiser] uitgewezen dat hij de dodenvluchten niet kan hebben uitgevoerd. Daarnaast zijn het recht van [eiser] op berechting binnen een redelijke termijn en het recht om het proces in vrijheid af te wachten, geschonden. Een objectieve rechtvaardiging voor de voorlopige hechtenis ontbreekt. Er is voor [eiser] geen effectieve toetsing van de procedure omtrent de voorlopige hechtenis en er is geen effectieve wijze om het besluit tot voorlopige hechtenis aan te vechten. Ook is de kennelijke partijdigheid van de Argentijnse rechters opvallend. Er worden door dezelfde rechters verschillende conclusies getrokken uit dezelfde materie en betrokkenen staan onder zware politieke druk om door te gaan met het proces tegen [eiser]. Het verzoek om getuigen te horen die op essentiële punten ontlastend over [eiser] kunnen verklaren, is afgewezen. Daarmee wordt aan de verdediging een middel ontnomen om de onschuld van [eiser] aan te tonen. Dat is een schending van het beginsel van ‘equality of arms’.
De Staat heeft tot op heden niets gedaan om de strafzaak tegen [eiser] over te nemen, ondanks de verzoeken van de verdediging van [eiser] om daartoe over te gaan. Pas na een verzoek daartoe heeft de Staat toegezegd aandacht te zullen vragen bij de Nederlandse ambassadeur te Buenos Aires voor de verzoeken tot bespoediging van de berechting van [eiser].
De Nederlandse verdediging van [eiser] heeft in verschillende juridische procedures om gefinancierde rechtsbijstand vanuit Nederland verzocht. Die verzoeken zijn niet succesvol geweest. Alle rechtsmiddelen op grond van de Wet op de Rechtsbijstand zijn uitgeput. Ook andere wegen hebben er niet toe geleid dat de Staat het belang van het afgeven van een toevoeging aan [eiser] heeft erkend. Volgens artikel 12 van de Wet op de Rechtsbijstand wordt rechtsbijstand uitsluitend verleend ter zake van in de Nederlandse rechtssfeer liggende rechtsbelangen. Uitzonderingen daarop kunnen, volgens het Handboek Toevoegen van de Raad voor Rechtsbijstand, worden gemaakt indien in verband met aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer, de rechtsbijstand van een Nederlandse advocaat noodzakelijk is in een strafzaak die dient in het buitenland. De strafzaak tegen [eiser] in Argentinië heeft een internationaal karakter, er is een concreet Nederlands belang mee gemoeid en Nederlandse verdediging is essentieel. Al het bewijs en alle getuigen bevinden zich in Nederland. De rol van de Nederlandse verdediging is tot dusver zeer extensief geweest. De verdediging heeft een zogenaamd monitoring systeem doen entameren aan de zijde van het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken, een groot aantal getuigen in Nederland doen horen en de vertaalde verklaringen daarvan ingebracht in het Argentijnse strafproces en deskundigenonderzoek naar de vliegerslogboeken van [eiser] laten verrichten, waarvan de rapportage eveneens in de procedure is ingebracht. Dit soort werkzaamheden zullen zich in 2014 voortzetten. De Staat stelt ongemotiveerd dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering op de Wet op de Rechtsbijstand rechtvaardigen. Die omstandigheden bestaan wel. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft het belang van een goede en adequate verdediging van [eiser] door een advocaat van eigen keuze erkend. Ook de directie van de Raad voor Rechtsbijstand was van oordeel dat een mogelijkheid moest worden gecreëerd voor het verlenen van financiële steun aan [eiser].
Als gevolg van de onrechtmatige detentie van [eiser], die sinds 2009 voortduurt, is sprake van substantiële financiële schade die [eiser] en zijn gezin hebben geleden en nog lijden. De huidige financiële situatie van [eiser] is zeer precair. De Nederlandse verdediging heeft tot dusverre meer dan 300 uur werk aan rechtsbijstand verleend, zodat de gevorderde voorziening te meer redelijk en billijk is te achten.
Het spoedeisend belang is gelegen in de uitzichtloze situatie die thans is ontstaan voor [eiser]. Het vooruitzicht dat [eiser] heeft, afwachting van zijn proces in detentie tot ten minste 2015-2016, vormt een flagrante schending van zijn rechten als verdachte. Op de lijst met nog te verhoren getuigen staan zes Nederlandse getuigen die niet eerder zijn gehoord. Het is met name de Nederlandse verdediging die deze getuigen zal moeten voorbereiden op hun komst naar Argentinië.