Uitspraak
Rechtbank den haag
1.Het incident tot tussenkomst dan wel voeging
2.De feiten
VM/OVL
Ingenieursbureau Den Haag
Inkoop (heeft de rol als procesbegeleider)
Kwaliteit
Veiligheid
Oplossend vermogen
Technische ondersteuning.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 3 december 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen PCO Infra B.V. en de Gemeente Den Haag, waarbij de vordering van PCO om de voorlopige gunningsbeslissing van de gemeente in te trekken en een volledige herbeoordeling van de inschrijvingen te gelasten, centraal stond. PCO had bezwaar gemaakt tegen de betrokkenheid van een medewerker van de gemeente, [B], die vennootschapsrechtelijke banden had met de tussenkomende partij [X] KLM. PCO stelde dat deze banden een risico op concurrentievervalsing met zich meebrachten, wat de eerlijkheid van de aanbestedingsprocedure in gevaar zou hebben gebracht. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat er onvoldoende bewijs was voor daadwerkelijke concurrentievervalsing en dat de gemeente de inschrijving van PCO niet tijdig had beoordeeld, wat in strijd was met de aanbestedingsrichtlijnen. De rechter gebiedde de gemeente om de voorlopige gunningsbeslissing in te trekken en een nieuwe, onafhankelijke beoordelingscommissie samen te stellen voor een volledige herbeoordeling van de inschrijvingen. Tevens werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van PCO, terwijl de vordering van PCO om de inschrijving van [X] KLM terzijde te stellen, werd afgewezen.