ECLI:NL:RBDHA:2014:16559

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 oktober 2014
Publicatiedatum
23 januari 2015
Zaaknummer
C-09-462454 - HA ZA 14-365
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.W. Vogels
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Borgtocht en toestemming echtgenoot in civiel recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2014 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] en KITE CAPITAL B.V. De zaak betreft een vordering van [eiseres] tot vernietiging van een borgtochtovereenkomst die op 7 juli 2011 was gesloten door A.S.O.J. Management B.V., de vennootschap waarvan de echtgenoot van [eiseres] statutair bestuurder en enig aandeelhouder is. De vordering van [eiseres] is gebaseerd op artikel 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat stelt dat een echtgenoot toestemming van de andere echtgenoot nodig heeft voor bepaalde rechtshandelingen, waaronder het aangaan van een borgtocht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de borgtocht is aangegaan door A.S.O.J. Management B.V. en niet door de echtgenoot van [eiseres] als individu. Hierdoor is er volgens de rechtbank geen sprake van een rechtshandeling waarvoor de toestemming van [eiseres] vereist was. De rechtbank oordeelt dat de verklaring van [eiseres] tot vernietiging van de borgtochtovereenkomst niet rechtsgeldig is, omdat deze niet voldoet aan de vereisten van de artikelen 3:50 en 3:51 BW. De rechtbank wijst de vordering van [eiseres] af en veroordeelt haar in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.376,00, te vermeerderen met wettelijke rente.

De uitspraak benadrukt het belang van de juridische structuur van vennootschappen en de rol van echtgenoten in rechtshandelingen. De rechtbank concludeert dat de borgtocht niet vernietigbaar is, omdat de handeling niet door de echtgenoot van [eiseres] is verricht, maar door de vennootschap zelf. Dit vonnis heeft implicaties voor de aansprakelijkheid van echtgenoten in vennootschapsstructuren en de noodzaak van toestemming voor bepaalde rechtshandelingen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/462454 / HA ZA 14-365
Vonnis van 8 oktober 2014 (bij vervroeging)
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. I.A. Hoedemaeker te Utrecht,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KITE CAPITAL B.V.,
gevestigd te Hazerswoude-Rijndijk,
gedaagde,
advocaat mr. A.J.M. de Bruijn te Bussum.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Kite Capital genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties 1 tot en met 9,
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 14,
  • het tussenvonnis van 11 juni 2014 en
  • het proces-verbaal van comparitie van 26 september 2014.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De echtgenoot van [eiseres] is statutair bestuurder en enig aandeelhouder van A.S.O.J. Management B.V. (voorheen [echtgenoot] Praktijk B.V. geheten).
2.2.
A.S.O.J. Management B.V. is aandeelhouder van Techno Plast Marine B.V.
2.3.
Door middel van een zogenoemde “overeenkomst van borgtocht” heeft A.S.O.J. Management B.V. zich op 7 juli 2011 jegens Kite Capital als borg en hoofdelijk medeschuldenaar verbonden voor Techno Plast Marine B.V. als zekerheid voor de nakoming door Techno Plast Marine B.V. van haar verplichtingen jegens Kite Capital onder een geldleningsovereenkomst.
2.4.
Op 6 augustus 2013 is Techno Plast Marine B.V. in staat van faillissement verklaard.
2.5.
[eiseres] heeft Kite Capital op 6 oktober 2013 laten weten zich te beroepen op de vernietiging van de borgtocht.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert – kort gezegd – dat de rechtbank voor recht verklaart dat de borgtochtovereenkomst van 7 juli 2011 op grond van artikel 1:89 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:88 BW rechtsgeldig door [eiseres] is vernietigd, met veroordeling van Kite Capital in de kosten van de procedure.
3.2.
Kite Capital voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Preliminair heeft Kite Capital als verweer gevoerd dat de verklaring van [eiseres] van 6 oktober 2013 noch de onderhavige procedure voldoen aan de vereisten uit de artikelen 3:50 en 3:51 BW. Volgens Kite Capital had [eiseres] op grond van artikel 3:50 lid 1 BW haar verklaring ook moeten richten tot degene die partij is bij de rechtshandeling, te weten A.S.O.J. Management B.V., en op grond van artikel 3:51 lid 1 BW had [eiseres] A.S.O.J. Management B.V. moeten dagvaarden. Dat is beide niet gebeurd. De borgtocht is daardoor niet rechtsgeldig buitengerechtelijk vernietigd. Volgens Kite Capital dient [eiseres] niet ontvankelijk te worden verklaard.
4.2.
Dit verweer slaagt niet. Volgens artikel 1:89 lid 4 BW behoeft in afwijking van de artikelen 3:50 en 3:51 BW de verklaring of rechtsvordering tot vernietiging niet mede te worden gericht tot de echtgenoot die de handeling heeft verricht.
4.3.
Als meest verstrekkend verweer heeft Kite Capital vervolgens aangevoerd dat niet de echtgenoot van [eiseres], maar A.S.O.J. Management B.V. de rechtshandeling heeft verricht ten aanzien waarvan [eiseres] zich op vernietiging beroept. Omdat het niet een rechtshandeling van een echtgenoot betreft, is deze niet op grond van de artikelen 1:88 en 1:89 BW vernietigbaar, aldus Kite Capital. Dit verweer treft doel.
4.4.
Op grond van artikel 1:88 lid 1 sub c BW behoeft de echtgenoot toestemming van de andere echtgenoot (in dit geval [eiseres]) voor – kort gezegd – overeenkomsten, waarbij de echtgenoot zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt.
4.5.
Vast staat dat A.S.O.J. Management B.V. zich als borg en hoofdelijk medeschuldenaar jegens Kite Capital heeft verbonden. Dat de echtgenoot van [eiseres] bij het aangaan van de borgtochtovereenkomst de vennootschap heeft vertegenwoordigd, maakt het voorgaande niet anders. Er is geen sprake van een rechtshandeling van de echtgenoot van [eiseres], waarvoor het toestemmingsvereiste van artikel 1:88 lid 1 sub c BW geldt. Het beroep van [eiseres] op vernietiging van de borgtochtovereenkomst dient daarom te worden afgewezen.
4.6.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Kite Capital worden begroot op:
- griffierecht 608,00
- salaris advocaat
768,00(2,0 punten × tarief € 384,00)
Totaal € 1.376,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af,
5.2.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Kite Capital tot op heden begroot op € 1.376,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang vanaf de veertiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.W. Vogels en in het openbaar uitgesproken op 8 oktober 2014. [1]

Voetnoten

1.type: