Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[A],
[B],
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2014, met producties 1 tot en met 26;
- de conclusie van antwoord tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 9;
- het tussenvonnis van 18 juni 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties 27 tot en met 30;
- het proces-verbaal van comparitie van 30 september 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- i) A2100261: offerte 29 september 2010, opdracht gegeven 27 januari 2011, waarbij sprake is van een voorcalculatorisch verlies van EUR 51.165,=, terwijl slechts een voorcalculatorisch verlies is vermeld van EUR 26.000,= op het A-status overzicht;
- ii) A2100350: offerte 16 februari 2011, opdracht gegeven 2 mei 2011, waarbij een voorcalculatorisch verlies van EUR 80.001,= niet is vermeld;
- iii) A2110136: offerte 24 april 2011, opdracht gegeven 10 mei 2011, waarbij een voorcalculatorisch verlies van EUR 81.155,= niet is vermeld;
- iv) A210110: offerte 8 juli 2011, opdracht gegeven 23 september 2011, waarbij een voorcalculatorisch verlies van EUR 198.800,= niet is gemeld op de dag van de aandelenoverdracht.
Geen reden aan te nemen dat het resultaat op onderhanden werk significant zal verschillen met het resultaat op werk 2010, tenzij specifiek vermeld”.
4.De beoordeling
in conventie
4.000,00=(2,0 punten × tarief € 2.000,00=)
er geen gronden zijn om enige actie ter zake van het gevoerde bestuur te ondernemen”. Desgevraagd hebben alle partijen in deze procedure tijdens de comparitie verklaard dat er op de bevindingen in dit verslag van de curator op zich niets aan te merken was. Het voorgaande leidt ertoe dat de vorderingen van Electro-Bouw Delft zullen worden afgewezen.
1.000,00=(1,0 punt × factor 0,5 × tarief € 2.000,00=)