Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 maart 2014, met producties 1 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties A tot en met H;
- het vonnis van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 18 juni 2014, waarbij de zaak is verwezen naar de Rechtbank Den Haag;
- het vonnis van deze rechtbank van 27 augustus 2014, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het proces-verbaal van comparitie van 28 oktober 2014.
2.De feiten
€ 5.015,50.
€ 23.747,62.
3.Het geschil
4.De beoordeling
in conventie
aan de zijde van Dornick. Vast staat dat Deylenoord die proceskosten aan Dornick heeft vergoed door betaling op 14 december 2012. Dornick vordert in deze procedure echter terugbetaling van de door haar betaalde
aan de zijde van Deylenoordgevallen proceskosten in eerste aanleg. Daarop ziet de betaling van het bedrag van € 24.283,07 in elk geval niet.
€ 2.923,=, welk bedrag door middel van verrekening op 14 maart 2013 door Dornick is betaald.
1.158,=(2 punten × tarief € 579,=)
289,50(1 punt x factor 0,5 x tarief € 579,=)