ECLI:NL:RBDHA:2014:16683

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 december 2014
Publicatiedatum
9 februari 2015
Zaaknummer
C-09-442594 - FA RK 13-3539
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verklaring voor recht inzake geboorteakte en inschrijving in het register van de burgerlijke stand

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2014 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure met rekestnummer FA RK 13-3539. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.R.S. Ramhit, verzocht de rechtbank om een verklaring voor recht ex artikel 1:26 BW met betrekking tot zijn geboorteakte. De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag was als belanghebbende aangemerkt. De rechtbank had eerder, op 21 oktober 2013, de ambtenaar opgedragen om het geboorteboekje van de man te laten onderzoeken door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) te Zwolle. De IND concludeerde dat het geboorteboekje met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid echt was, maar dat de gegevens daarin vervalst waren, waardoor de inhoudelijke juistheid niet kon worden vastgesteld.

Tijdens de zitting op 1 december 2014 zijn verschillende stukken in het geding gebracht, waaronder een verklaring van de IND en een recent door de Iraanse autoriteiten afgegeven geboorteboekje. De rechtbank oordeelde dat het primaire verzoek van de man om te verklaren dat het geboorteboekje vatbaar is voor inschrijving in het Nederlands register van de burgerlijke stand, moest worden afgewezen. De rechtbank overwoog dat het recent afgegeven geboorteboekje, ongeacht de echtheid, niet het oorspronkelijk afgegeven document betrof en dat niet kon worden vastgesteld of dit document de juiste gegevens van de man bevatte.

Daarnaast werd het subsidiaire verzoek van de man tot wijziging van de eerder vastgestelde geboortegegevens afgewezen, omdat niet was aangetoond dat de oorspronkelijke geslachtsnaam van de man correct was. De rechtbank concludeerde dat er verschillen waren tussen de aangeboden documenten, en dat wijzigingen niet waren gewaarmerkt door een bevoegde instantie. Uiteindelijk wees de rechtbank alle verzoeken van de man af, en deze beschikking werd uitgesproken door mr. A.M. Brakel, bijgestaan door mr. A.W. Spee als griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 13-3539
Zaaknummer: C/09/442594
Datum beschikking: 18 december 2014

Verklaring voor recht ex artikel 1:26 BW

Beschikking op het op 10 mei 2013 ingekomen verzoek van:

[de man],

de man,
wonende te [woonplaats],
advocaat: voorheen mr. J. Singh te Hoofddorp, thans mr. W.R.S. Ramhit te Hoofddorp.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Den Haag,

zetelend te Den Haag,
hierna: de ambtenaar.

Procedure

Bij beschikking van 21 oktober 2013 heeft deze rechtbank de ambtenaar de opdracht gegeven om het “geboorteboekje” van de man te laten onderzoeken door de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle en hieromtrent te rapporteren. De rechtbank heeft vervolgens iedere verdere beslissing aangehouden.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende stukken ontvangen:
  • de brief met bijlagen d.d. 8 januari 2014 van de ambtenaar;
  • het faxbericht d.d. 13 februari 2014 van de zijde van de man;
  • het f-formulier met bijlagen d.d. 24 juli 2014 van de zijde van de man.
Op 1 december 2014 is de behandeling ter terechtzitting voortgezet. Hierbij zijn verschenen:
  • de man en zijn advocaat;
  • de ambtenaar in de persoon van mevrouw [naam].

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
De ambtenaar heeft een Verklaring van Onderzoek d.d. 22 november 2013 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te Zwolle (hierna: de IND) in het geding gebracht. Uit het door de IND uitgevoerde onderzoek naar het geboorte-/identiteitsboekje van de man uit Iran, nummer [nummer], afgegeven te [plaats] op [datum], blijkt het volgende:
Bij het onderzoek is een kopie van een eerder aangeboden geboorte-/identiteitsbewijs aangeleverd met dezelfde verschijningsvorm en hetzelfde documentnummer. Een vergelijking tussen het thans aangeboden document en de kopie van het eerder aangeboden document toont aan dat er verschil bestaat tussen de variabele gegevens van het eerder aangeboden document en het thans aangeboden document.
Met daarvoor bestemde apparatuur kan zichtbaar gemaakt worden dat met betrekking tot de rubrieken naam en achternaam gegevens verwijderd zijn door middel van radering van de ‘oorspronkelijke’ gegevens. Deze wijzigingen zijn niet gewaarmerkt door een daartoe bevoegde instantie.
Met daarvoor bestemde apparatuur kan een mechanische radering zichtbaar gemaakt worden met betrekking tot de gegevens in de rubriek geboorteplaats.
Hieruit heeft de IND geconcludeerd dat het geboorteboekje met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid echt is, maar dat hierin gegevens zijn vervalst zodat niet kan worden vastgesteld of het document inhoudelijk juist is.
Gelet op de conclusie van de IND komt de rechtbank tot het oordeel dat het primaire verzoek van de man voor recht te verklaren dat het geboorteboekje overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt en naar zijn aard vatbaar is voor opneming in een Nederlands register van de burgerlijke stand, moet worden afgewezen.
De man heeft nog een recent door de Iraanse autoriteiten afgegeven geboorteboekje – niet gelegaliseerd, maar wel voorzien van een vertaling – in het geding gebracht met het verzoek dit boekje bij de beslissing te betrekken en zo nodig op echtheid laten controleren. Nu dit geboorteboekje echter – ongeacht de echtheid van dit document – niet het oorspronkelijk afgegeven boekje betreft, gaat de rechtbank aan dit verzoek voorbij. Immers, niet kan worden vastgesteld of dit document de gegevens van de man bevat zoals die bij zijn geboorte luidden.
Nu voorts niet is aangetoond – noch met het oorspronkelijk afgegeven geboorteboekje, noch met het recent afgegeven geboorteboekje – dat de oorspronkelijke geslachtsnaam van de man “[naam]” luidt, dient ook het subsidiaire verzoek van de man tot wijziging van de eerder door de rechtbank vastgestelde geboortegegevens, te worden afgewezen.

Beslissing

De rechtbank:
wijst de verzoeken van de man af.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, bijgestaan door mr. A.W. Spee als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 december 2014.