In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een aanbesteding voor de levering van multifunctionals en reprowerk door INHolland, heeft eiseres Canon Nederland N.V. een kort geding aangespannen tegen INHolland en Ricoh Nederland B.V. Canon betwist de gunningssystematiek die door INHolland is gehanteerd en stelt dat deze ondeugdelijk is. De rechtbank heeft op 25 februari 2014 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vorderingen van Canon zijn afgewezen. Canon had gevorderd dat INHolland zou worden verboden om de opdracht aan Ricoh te gunnen en dat de aanbesteding zou worden gestaakt. Canon stelde dat INHolland een ondeugdelijk gunningscriterium had gehanteerd, wat in strijd zou zijn met de Aanbestedingswet. INHolland en Ricoh hebben verweer gevoerd en stelden dat de procedure correct was verlopen. De rechtbank oordeelde dat Canon haar rechten had verwerkt door geen tijdige bezwaren te uiten tegen de beoordelingsmethodiek. De rechtbank concludeerde dat INHolland niet verplicht was om abnormaal lage inschrijvingen uit te sluiten, aangezien er geen gegronde redenen waren om aan te nemen dat de inschrijvingen onjuist waren. De vorderingen van Canon werden afgewezen, en de rechtbank veroordeelde Canon in de proceskosten van zowel INHolland als Ricoh.