I. te verklaren voor recht dat gedaagden gehouden zijn de verzekeringsovereenkomst na te komen;
II. te verklaren voor recht dat ten behoeve van de schadeberekening herbouw het uitgangspunt zal zijn;
III. gedaagden hoofdelijk, althans gedaagden conform ieders onderlinge verhouding zoals beschreven in de polis, te veroordelen om ten titel van huurderving te voldoen aan eisers een bedrag van € 1.998,83 per maand, en wel over een periode vanaf mei 2012 tot aan de dag dat gedaagden daadwerkelijk tot uitkering van de herbouwschade aan eisers zullen zijn overgegaan, althans gedaagden zodanig te veroordelen zoals de rechtbank in goede justitie mag vermenen te bepalen;
IV. gedaagden hoofdelijk, althans gedaagden conform ieders onderlinge verhouding zoals beschreven in de polis, te veroordelen tot betaling aan eisers tegen behoorlijk bewijs van kwijting van:
zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 november 2012 c.q. 27 december 2012, althans vanaf 12 maart 2013 c.q. de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
V. gedaagden te veroordelen om de beëindiging van de polis binnen 14 dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis ongedaan te maken en deze polis alsnog per dagtekening van het vonnis op basis van gelijkluidende (polis)voorwaarden voort te zetten;
VI. gedaagden, althans gedaagde sub 1, te veroordelen om de registratie in het Incidentenregister (IVR) van gedaagde sub 1 en de externe registraties bij de Stichting CIS te Zeist en bij het Verbond van Verzekeraars ongedaan te (laten) maken onder gelijktijdige toezending van verificatoire bescheiden aan de raadsman van eisers waaruit de ongedaanmaking genoegzaam blijkt, althans gedaagden c.q. gedaagde sub 1 zodanig te veroordelen;
VII. te bepalen dat gedaagden althans gedaagde sub 1 een dwangsom van € 1.000,00 per dag verbeuren c.q. verbeurt voor elke dag (of een gedeelte van een dag) dat gedaagden c.q. gedaagde sub 1 in gebreke blijven/blijft aan de onder III en IV genoemde veroordelingen te voldoen;
VI. gedaagden hoofdelijk, te veroordelen te voldoen ten titel van buitengerechtelijke kosten een bedrag van € 5.160,00, althans een zodanig bedrag zoals uw rechtbank in goede justitie mag vermenen te bepalen, nog te vermeerderen met de wettelijke handelsrente c.q. de wettelijke rente vanaf 27 december 2012 c.q. 12 maart 2013 c.q. de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VII. gedaagden hoofdelijk, des dat de ene betalende de ander zal zijn bevrijdt, te veroordelen in de kosten van deze procedure, inclusief de gevorderde nakosten, met uitdrukkelijke bepaling dat gedaagden hoofdelijk de wettelijke rente over de proceskosten verschuldigd zullen zijn als zij de proceskosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het te wijzen vonnis zullen hebben betaald.