ECLI:NL:RBDHA:2014:421
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van militair invaliditeitspensioen met te vergoeden schade in letselschadezaak
In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, betreft het een deelgeschil in het kader van letselschade. Verzoeker, een voormalig beroepsmilitair, heeft op 7 oktober 2004 een ongeval gehad tijdens zijn werkzaamheden, waarbij hij van een ladder viel en letsel opliep. De aansprakelijkheid van de werkgever, Faber celbeton b.v., is erkend door de aansprakelijkheidsverzekeraar, Achmea Schadeverzekeringen N.V. Verzoeker ontvangt een militair invaliditeitspensioen van het ABP, dat hij niet wil laten verrekenen met de schadevergoeding wegens verlies aan verdienvermogen. Hij stelt dat het pensioen voortvloeit uit zijn militaire dienst en niet uit het ongeval. De rechtbank heeft de procedure in twee delen behandeld: de feiten en het geschil. De rechtbank oordeelt dat het verzoek van verzoeker om het invaliditeitspensioen niet te verrekenen met de schadevergoeding niet kan worden toegewezen. De rechtbank stelt vast dat de uitkering van het ABP als een uitkering krachtens een schadeverzekering moet worden beschouwd en dat deze uitkering in beginsel verrekend mag worden met de schadevergoeding. De rechtbank concludeert dat er voldoende grond is voor verrekening, gezien de specifieke omstandigheden van de zaak. De kosten van de deelgeschilprocedure worden begroot op € 3.130,--, die Achmea moet betalen. De rechtbank wijst het verzoek van verzoeker af en veroordeelt Achmea tot betaling van de kosten.