ECLI:NL:RBDHA:2014:460
Rechtbank Den Haag
- Proceskostenveroordeling
- E. Kouwenhoven
- K. Schaffels
- Th. L. Bellekom
- Rechtspraak.nl
Toekenning van arbeidsongeschiktheidsuitkering aan ambtenaar en de gevolgen voor pensioenopbouw
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 januari 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een ambtenaar, en de minister van Defensie over de toekenning van een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Eiseres had in 1994 een uitkering ontvangen op basis van haar arbeidsongeschiktheid, maar de minister had later medegedeeld dat deze uitkering als een ontslaguitkering moest worden beschouwd. Eiseres betwistte dit en stelde dat zij recht had op een WAO-conforme uitkering en een invaliditeitspensioen met terugwerkende kracht tot 1 maart 1994.
De rechtbank overwoog dat het besluit van 20 juni 1994, waarin de uitkering aan eiseres werd toegekend, duidelijk verwees naar de WAO en dat de grond voor de toekenning lag in het feit dat eiseres vóór het einde van haar aanstelling wegens ziekte niet in staat was te werken. De rechtbank stelde vast dat de uitkering niet tussentijds was beëindigd en dat de minister ten onrechte had gecommuniceerd dat het om een ontslaguitkering ging. De rechtbank oordeelde dat de minister de verplichtingen die voortvloeien uit de WAO niet had nageleefd, en dat eiseres recht had op een uitkering die als arbeidsongeschiktheidsuitkering moest worden aangemerkt.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens werd de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan eiseres. Deze uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de werkgever in het kader van arbeidsongeschiktheid en de gevolgen voor pensioenopbouw.