ECLI:NL:RBDHA:2014:4802
Rechtbank Den Haag
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Intrekking exploitatievergunning horeca-inrichting op basis van Wet Bibob
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een horeca-inrichting, en de burgemeester van de gemeente Den Haag. Eiseres had een exploitatievergunning verkregen op 8 april 2010, maar deze werd op 15 juli 2013 ingetrokken op basis van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). De burgemeester concludeerde dat er een ernstig gevaar bestond dat de vergunning zou worden gebruikt voor strafbare feiten. Eiseres heeft bezwaar aangetekend en verzocht om een voorlopige voorziening, maar dit verzoek werd afgewezen door de voorzieningenrechter op 12 september 2013.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester op goede gronden had geconcludeerd dat er sprake was van een samenwerkingsverband tussen eiseres en een persoon die strafbare feiten had gepleegd. De rechtbank benadrukte dat de Wet Bibob niet gericht is op het bestraffen van personen, maar op het voorkomen dat de overheid strafbare feiten faciliteert. Eiseres voerde aan dat het besluit ondeugdelijk gemotiveerd was, maar de rechtbank oordeelde dat het advies van de adviescommissie voldoende gemotiveerd was en dat verweerder zich op dat advies mocht baseren.
De rechtbank concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat het beroep ongegrond was. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.