Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 25 september 2013, met 11 producties;
- de incidentele conclusie tot onbevoegdverklaring, met een productie;
- de incidentele conclusie van antwoord.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, die voor de Rechtbank Den Haag is behandeld, heeft de eiseres JWare, een rechtspersoon naar vreemd recht gevestigd in Indonesië, een vordering ingesteld tegen de gedaagde SPECIAL PRODUCTS B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd in Oud-Beijerland. De vordering betreft de nietigverklaring en vervallenverklaring van verschillende Benelux- en Gemeenschapsmerken die aan de gedaagde toebehoren, specifiek met betrekking tot het woord "Cones" en grafische voorstellingen waarin dit woord is verwerkt. JWare stelt dat deze merken nietig zijn omdat zij beschrijvend zijn en geen onderscheidend vermogen hebben, en dat de merken bovendien vervallen zijn wegens non-usus.
De gedaagde heeft in een incident verzocht om onbevoegdverklaring van de rechtbank, stellende dat de rechtbank Rotterdam bevoegd is op basis van de relevante Europese en nationale wetgeving. De rechtbank heeft de procedure in het incident gevolgd, waarbij de gedaagde zich beroept op de EEX-Vo en het BVIE, en heeft geconcludeerd dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren voor de vorderingen met betrekking tot de Gemeenschapsmerken. Voor de vorderingen betreffende de Beneluxmerken heeft de rechtbank vastgesteld dat de bevoegdheid bij de rechtbank Rotterdam ligt, en heeft de zaak dienovereenkomstig verwezen.
De rechtbank heeft JWare als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van het incident. De uitspraak is gedaan op 19 maart 2014 door mr. P.G.J. de Heij, en de rechtbank heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Deze uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, vooral in het kader van de bevoegdheidskwesties in merkenrechtelijke geschillen.