Uitspraak
Beschikking op het op 10 januari 2014 ingekomen verzoekschrift van:
Procedure
Feiten
Verzoek
Beoordeling
Beslissing
drie maandenna de dag van de uitspraak door indiening van een beroepschrift bij de griffie van het Gerechtshof Den Haag.
Rechtbank Den Haag
Op 15 januari 2014 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in een accommodatie voor gesloten jeugdzorg. De zaak was ingediend door de Stichting Bureau Jeugdzorg Haaglanden, die verzocht om de minderjarige, geboren in 2000, op te nemen in een gesloten setting vanwege ernstige gedragsproblemen en wegloopgedrag. De minderjarige verbleef op dat moment in de gesloten instelling Schakenbosch en had eerder een voorlopige machtiging gekregen om in een crisisopvang te verblijven. De kinderrechter heeft de situatie van de minderjarige beoordeeld aan de hand van verschillende documenten, waaronder een instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper en het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg.
Tijdens de zitting op 15 januari 2014 was de moeder van de minderjarige aanwezig, evenals de minderjarige zelf en zijn advocaat. De moeder stemde in met het verzoek, terwijl de minderjarige verweer voerde en aangaf liever bij zijn grootmoeder te willen wonen. De advocaat van de minderjarige betwistte de onderbouwing van het verzoek en vroeg om afwijzing. De kinderrechter overwoog dat de instemming van de gezaghebbende ouder aanwezig was en dat er sprake was van ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de minderjarige ernstig belemmerden.
De kinderrechter concludeerde dat de opneming in een gesloten jeugdzorgsetting noodzakelijk was om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de zorg zou onttrekken. De kinderrechter heeft het verzoek van Bureau Jeugdzorg toegewezen en machtigde de opname van de minderjarige in de gesloten instelling Schakenbosch voor de duur van een jaar, tot 10 januari 2015. De beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.