Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 13 juni 2013, met producties;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 6 november 2013 waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- het proces-verbaal van comparitie van 22 januari 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Vermogensrechtelijke afwikkeling samenwoning
aanschafvan de woning. Ook overigens heeft [eiser] zijn stelling dat hij meer in de woning heeft geïnvesteerd dan [gedaagde], onvoldoende onderbouwd. Niet alleen heeft [gedaagde] gemotiveerd betwist dat overeenstemming is bereikt over het betreffende voorstel, maar bovendien blijkt uit de door [eiser] overgelegde productie geen specificatie van de door [eiser] gestelde investeringen in de woning. De rechtbank concludeert dan ook dat [eiser] op dit punt geen vordering heeft op [gedaagde].