In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 17 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. De eiser, een inwoner van Den Haag, had op 4 oktober 2013 zijn auto geparkeerd op een parkeerterrein in de Bloemenbuurt, waar vanaf 1 oktober 2013 een nieuwe regeling voor betaald parkeren van kracht was. De gemeente had echter geen duidelijke borden geplaatst op het parkeerterrein zelf om de wijziging in de parkeerregels aan te geven, terwijl in de rest van de wijk wel borden waren geplaatst. De eiser ontving een naheffingsaanslag van € 57,70, maar betwistte deze op basis van het feit dat hij niet op de hoogte was van de wijziging in de parkeerregels.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente onvoldoende had gedaan om de wijziging van de parkeerregels duidelijk te communiceren aan de gebruikers van het parkeerterrein. De rechtbank stelde vast dat de eiser als geregelde bezoeker van het parkeerterrein bekend was met de eerdere regeling, maar dat de nieuwe regeling niet duidelijk was aangegeven. De rechtbank vernietigde de naheffingsaanslag en verklaarde het beroep van de eiser gegrond. De gemeente werd ook verplicht om het betaalde griffierecht van € 44 aan de eiser te vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie door de gemeente over wijzigingen in parkeerregelingen, vooral wanneer deze wijzigingen van invloed zijn op de gebruikers van specifieke parkeerterreinen. De rechtbank concludeerde dat de eiser niet redelijkerwijs had kunnen weten dat de parkeerregels op het terrein waren veranderd, en dat de gemeente zich niet aan de vereiste procedures had gehouden.