In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een kort geding, hebben de eiseressen Tele2 Nederland B.V., Pretium B.V. en Esprit Telecom B.V. (gezamenlijk aangeduid als EPT) en de eiseres Nox Groep B.V. een vordering ingesteld tegen KPN B.V. De kern van het geschil betreft de collectieve opzegging door KPN van de Wholesale Line Rental (WLR) overeenkomsten, waarbij KPN tegelijkertijd nieuwe voorwaarden aanbiedt. EPT en Nox betogen dat deze opzegging onrechtmatig is, omdat deze in strijd zou zijn met de bestaande overeenkomsten en de regelgeving van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De voorzieningenrechter heeft op 15 mei 2014 geoordeeld dat de opzegging door KPN niet onrechtmatig is, omdat deze opzegging is voorzien in de bestaande overeenkomsten en de levering van WLR-diensten gewaarborgd blijft. De vorderingen van EPT en Nox om KPN te verplichten de oude voorwaarden na te leven zijn afgewezen. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de rechtmatigheid van de nieuwe voorwaarden door ACM wordt getoetst en dat de belangen van de WLR-aanbieders voldoende zijn gewaarborgd. De kosten van de procedure zijn voor rekening van de eiseressen, die als in het ongelijk gestelde partijen zijn aangemerkt.