ECLI:NL:RBDHA:2014:5966

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 mei 2014
Publicatiedatum
15 mei 2014
Zaaknummer
C-09-450088 - HA ZA 13-990
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.A.M. Ahsmann
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van borgstellingsovereenkomsten wegens misbruik van omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 mei 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen Euroselect B.V. en de echtelieden [A] en [B] over de geldigheid van borgstellingsovereenkomsten. Euroselect, een leverancier van levensmiddelen, had [A] en [B] als borg laten optreden voor de schulden van KidsComplete B.V., een onderneming waar [A] als aandeelhouder en bestuurder bij betrokken was. Na een periode van betalingsachterstanden van KidsComplete, die uiteindelijk in faillissement ging, heeft Euroselect de borgstellingen ingeroepen. De rechtbank moest beoordelen of de borgstellingsovereenkomsten vernietigbaar waren wegens misbruik van omstandigheden, waarbij [A] en [B] stelden dat Euroselect misbruik had gemaakt van haar economische machtspositie door hen onder druk te zetten om de borgstellingen te ondertekenen.

De rechtbank overwoog dat voor een geslaagd beroep op misbruik van omstandigheden niet alleen de machtspositie van Euroselect bepalend is, maar ook of er bijkomende omstandigheden zijn die het misbruik aantonen. De rechtbank concludeerde dat [A] en [B] ervaren ondernemers waren die zelf het initiatief tot de borgstelling hadden genomen en dat er geen sprake was van misbruik. De rechtbank wees de vorderingen van Euroselect toe, waarbij [A] werd veroordeeld tot betaling van € 800.000,00 en [B] tot € 400.000,00, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werden [A] en [B] hoofdelijk veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van de omstandigheden waaronder een borgstelling tot stand komt en de verantwoordelijkheden van partijen in commerciële relaties. De rechtbank bevestigde dat de borgstellingen rechtsgeldig waren en dat Euroselect recht had op de gevorderde bedragen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/450088 / HA ZA 13-990
Vonnis van 14 mei 2014
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EUROSELECT B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Veghel,
eiseres,
advocaat mr. K.W.H. Albert te Boxtel,
tegen

1.[A],

wonende te [woonplaats],
2.
[B],
wonende te [emiraat], Verenigde Arabische Emiraten,
gedaagden,
advocaat mr. J. Veenis te Purmerend.
Partijen zullen hierna “Euroselect”, “[A]”, “[B]” en – gedaagden gezamenlijk – “[A] c.s.” genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaardingen van 14 juni 2013, met tien producties;
  • de akte houdende het overleggen van beslag- en betekeningsstukken, met
vermeerdering eis en tweeëntwintig producties;
  • de conclusie van antwoord van [A] c.s., met vijf producties;
  • het tussenvonnis van 8 januari 2014 waarbij een comparitie is bevolen en de
beschikking van 17 januari 2014 waarbij die comparitie nader is bepaald op 13 februari 2014;
- het proces-verbaal van comparitie van 13 februari 2014 en de daarin genoemde
brief van 29 januari 2014 van Euroselect, met zestien producties, en de faxberichten van 12 en 13 februari 2014 van de zijde van [A] c.s.
1.2.
Bij faxbericht van 12 februari 2014 heeft mr. Veenis de rechtbank meegedeeld dat [A] vanwege medische redenen niet in staat zou zijn de comparitie bij te wonen en verzocht een nadere datum te bepalen. Bij faxbericht van 13 februari 2014 heeft hij, als reactie op het bericht van de rechtbank dat de comparitie doorgang zou vinden, meegedeeld dat hij niet ter comparitie zal verschijnen omdat hij geen inlichtingen zou kunnen verstrekken en mede gelet op de kosten voor zijn cliënten. Mr. Veenis heeft ten aanzien van de komst van [B] niets geschreven. [B] is evenmin verschenen.
1.3.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[A] c.s. zijn echtelieden.
2.2.
[A] was enig aandeelhoudster en (indirect) bestuurster van KidsComplete B.V., een groothandel in voedings- en genotsmiddelen voor onder andere kinderdagverblijven (hierna: “KidsComplete”).
2.3.
Op 3 mei 2009 hebben Euroselect en KidsComplete een overeenkomst gesloten met betrekking tot de verkoop en levering van levensmiddelen door Euroselect. In de overeenkomst is bepaald dat betaling van de facturen telkens binnen 14 dagen zal geschieden.
2.4.
Vanaf december 2009 hebben Euroselect en [A] c.s. opeenvolgende overeenkomsten gesloten, waarbij [A] c.s. zich tegenover Euroselect hebben verbonden als borg voor al hetgeen Euroselect van KidsComplete te vorderen heeft of zal krijgen (hierna: “de borgstellingsovereenkomsten”). Laatstelijk op 23 november 2012 heeft [A] zich borg gesteld tot een maximum van € 800.000,00 en [B] tot een maximum van € 400.000,00, te vermeerderen met rente en kosten.
2.5.
In de periode 24 augustus 2011 tot en met 16 april 2013 heeft Euroselect aan KidsComplete facturen voor de leveringen gezonden voor een bedrag van € 1.899.238,12. KidsComplete heeft dit bedrag onbetaald gelaten.
2.6.
Bij brief van 1 mei 2013 en nogmaals bij brief van 8 mei 2013 heeft mr. Albert (namens Euroselect) KidsComplete gesommeerd tot betaling over te gaan. Aan deze sommaties heeft KidsComplete geen gevolg gegeven. Op diezelfde data zijn [A] c.s. uit hoofde van de borgstelling aangesproken tot betaling van € 800.000,00 respectievelijk
€ 400.000,00. [A] c.s. zijn niet tot betaling overgegaan.
2.7.
Na daartoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 6 juni 2013 heeft Euroselect ten laste van [A] c.s. conservatoir derdenbeslag doen leggen onder de ABN Amro Bank N.V., de Triodos Bank N.V., de SNS Bank N.V., de ING Bank N.V., de Coöperatieve Rabobank Goeree-Overflakkee U.A., de Coöperatieve Rabobank Vlietstreek-Zoetermeer U.A. en Van Lanschot Bankiers N.V.
2.8.
Bij vonnis van deze rechtbank van 23 juli 2013 is KidsComplete in staat van faillissement verklaard met benoeming van mr. [curator] tot curator.
2.9.
Bij e-mail van 6 september 2013 heeft de curator aan Euroselect bericht dat haar vordering op KidsComplete van € 1.899.238,12 op de lijst van voorlopig erkende crediteuren is geplaatst, maar dat deze crediteuren naar verwachting geen uitkering zullen ontvangen.

3.Het geschil

3.1.
Euroselect vordert – na vermeerdering van eis en samengevat – bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. [A] te veroordelen om aan Euroselect te betalen een bedrag van € 800.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente;
II. [B] te veroordelen om aan Euroselect te betalen een bedrag van € 400.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente;
III. [A] c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan Euroselect te betalen een bedrag van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
IV. [A] c.s. hoofdelijk te veroordelen om aan Euroselect te betalen de kosten van deze procedure, met inbegrip van de beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;
V. [A] c.s. te veroordelen in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
Euroselect legt aan haar vordering ten grondslag dat KidsComplete facturen onbetaald heeft gelaten en inmiddels is gefailleerd. Op grond van de borgstellingsovereenkomsten zijn [A] c.s. gehouden het openstaande bedrag te voldoen. [A] c.s. zijn echter in gebreke gebleven.
3.3.
[A] c.s. voeren verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Euroselect is gevestigd in Nederland en [B] woont in Dubai, zodat in de tussen hen aanhangige procedure sprake is van een geschil met een internationaal karakter. De rechtbank zal daarom eerst ambtshalve onderzoeken of haar rechtsmacht toekomt om over dit geschil te oordelen. Daartoe dient de Verordening (EG) Nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, Pb EG 2001, L12/1 (hierna: “EEX-Vo”) te worden geraadpleegd. Nu [B] in deze procedure is verschenen en deze verschijning niet ten doel heeft om de bevoegdheid van de Nederlandse rechter te betwisten, komt de rechtbank reeds op grond van artikel 24 EEX-Vo de bevoegd toe om van dit geschil kennis te nemen.
4.2.
De vraag naar het toepasselijk recht moet worden beantwoord aan de hand van de Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 betreffende het recht dat van toepassing is op de verbintenissen uit overeenkomst (hierna: “Rome Ι”). Euroselect en [B] hebben in de borgstellingsovereenkomst een rechtskeuze gemaakt voor Nederlands recht, zodat de vorderingen op grond van artikel 3 Rome Ι aan de hand van Nederlands recht zullen worden beoordeeld.
4.3.
Kern van het onderhavige geschil betreft de vraag of de borgstellings-overeenkomsten vernietigbaar zijn wegens misbruik van omstandigheden. Volgens [A] c.s. heeft Euroselect misbruik gemaakt van haar economische machtspositie. [A] c.s. voeren in dit verband aan dat Euroselect – als grootste leverancier van KidsComplete – heeft gedreigd per direct de levering van haar producten aan KidsComplete op te schorten als zij de borgstellingsovereenkomsten niet zouden ondertekenen, met alle gevolgen van dien. De rechtbank overweegt als volgt.
4.4.
Op grond van het bepaalde in artikel 3:44 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: “BW”) is sprake van misbruik van omstandigheden wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden. Het komt bij beoordeling van de vraag of sprake is (geweest) van misbruik van omstandigheden, aan op de situatie ten tijde van het verrichten van de rechtshandeling. De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 2 november 1979 (NJ 1980, 42) geoordeeld dat het voor een geslaagd beroep op misbruik van omstandigheden onvoldoende is als de omstandigheden zijn gelegen in een economische dwangpositie die een partij tot het aangaan van de overeenkomst bracht, waartoe zij, zo zij niet in die omstandigheden had verkeerd, wegens de daaraan voor haar verbonden nadelen niet zou zijn overgegaan, en voorts de andere partij zich van het een en ander bewust is geweest. Niet de machtspositie is dus beslissend maar het misbruik maken daarvan. Er moeten derhalve bijkomende omstandigheden zijn, wil sprake zijn van misbruik. De volgende omstandigheden hebben zich voorgedaan.
4.5.
Uit de door Euroselect overgelegde stukken blijkt dat [A] c.s. veelvuldig in gebreke zijn gebleven met (tijdige) betaling en dat Euroselect voortdurend uit coulance betalingsregelingen met [A] c.s. heeft getroffen die zij vervolgens niet (correct) nakwamen. Euroselect verwijst onder meer naar het e-mailbericht van 30 november 2009 van [A] aan de heer [X], general-manager van Euroselect (hierna: “[X]”), waarin staat:
“(…) Is het mogelijk dat we de factuur van deze week (49.997 euro) in 2 delen betalen? (…)”.Voorts op de e-mail van [X] van 14 januari 2010 waarin staat:
“(…) Nogmaals: als er iets niet betaald wordt om welke reden: VOORAF overleg, zoals ik al meerdere malen heb gevraagd. (…)”.Tevens verwijst Euroselect naar de e-mail van [A] aan [X] van 27 mei 2011 waarin staat:
“(…) Wij zijn allen akkoord met jouw voorstel en maken graag gebruik van de mogelijkheid per week de inhaal te betalen ipv per maand (…)”. En voorts op het e-mailbericht van 10 oktober 2011 van [A] aan [X]:
“(…) 1. die 67k is onderweg middels spoedboeking 2. De 100k is onderdeel van een aandelentransactie waarvoor we deze week bij de notaris zitten. Zodra dit is afgerond wordt de 100k overgeboekt. (…)”.
Verder blijkt uit de stukken dat het initiatief tot het verstrekken van een borgstelling (al in 2009) van [A] c.s. zelf is uitgegaan. Euroselect verwijst naar het e-mailbericht van 13 november 2009 van [B] aan Euroselect, waarin onder meer te lezen is:
“(…) Graag zouden wij met jullie in gesprek treden teneinde een oplossing te creëren voor het uitstaande saldo eventueel in combinatie met privéborgstelling hetzij een verpanding van X% aandelen KidsComplete. (…)”Vervolgens staat in het e-mailbericht van 28 december 2011 van [B] aan Euroselect:
“(…) Echter zou ik ook een borgstelling kunnen afgeven. Immers ben ik in 2007 naar Dubai geëmigreerd en handel daar sindsdien bedrijfsmatig in onroerend goed. toen ik mijn bedrijf verkocht in 2007 in NL heb ik in Dubai onroerend goed aangekocht wat vrij is van hypotheek. Als dat voldoende comfort biedt wil ik je met alle plezier daar een borgstelling voor af geven. Kun je mij laten weten of dat een oplossing kan zijn? De waarde van dat pand gelegen op Palm Jumeirah heeft een waarde van ongeveer 1,2 mio.(…)”.Uit de e-mailwisseling volgt ook dat [A] c.s. ervaren ondernemers zijn en in zoverre over het vereiste inzicht beschikken om te kunnen beslissen over het aangaan van de borgtocht. Dat [A] c.s. zich borg hebben gesteld voor bedragen die zij nimmer zouden kunnen dragen, zoals zij stellen, is niet onderbouwd. Integendeel, uit voornoemde e-mail van 28 december 2011 volgt dat zij kennelijk wel het hun bekende risico om als borg € 800.000,00 respectievelijk € 400.000,00 te moeten betalen, konden dragen.
4.6.
Uit het voorgaande blijkt dat aan de uiteindelijk door [A] en [B] verstrekte borgstellingen op 23 november 2012 een periode van drie jaar is voorafgegaan waarin in elk geval met regelmaat sprake is geweest van betalingsachterstand. In die situaties is opschorting van de leveringen in het vooruitzicht gesteld indien (tijdige) betaling uit zou blijven, hetgeen rechtens tot de mogelijkheden behoort. Dat Euroselect op een gegeven moment tot zekerheid een borgstelling van respectievelijk € 800.000,00 en € 400.000,00 verlangde, is dan ook geen laakbare en onjuiste gedraging van Euroselect geweest waarvan zij zich naar maatstaven van maatschappelijk behoren had moeten weerhouden. Er waren eerdere borgstellingen aan voorafgegaan en het gewaarborgde krediet is (steeds) ten goede gekomen aan de borgen. Mitsdien kan niet geoordeeld worden dat sprake is geweest van misbruik van omstandigheden, zodat de rechtbank het beroep op vernietiging van de borgstellingsovereenkomsten verwerpt.
4.7.
[A] c.s. voeren verder nog aan dat het beroep van Euroselect op de verstrekte borgstellingen in strijd is met de redelijkheid en billijkheid, omdat zij – onder de dreiging van het opschorten van de leveringen door Euroselect – geen andere keuze hadden dan privéborgstelling voor bedragen die zij nimmer zouden kunnen dragen. Het beroep op strijd met de redelijkheid en billijkheid faalt. Kortheidshalve verwijst de rechtbank naar hetgeen hiervoor onder 4.5 dienaangaande reeds is overwogen. Zij voegt daaraan toe dat van Euroselect niet kon worden gevergd dat zij met de leveringen zou doorgaan zonder dat adequate zekerheid voor betaling was geboden. Dat Euroselect met de leveringen is doorgegaan waardoor de (aanzienlijke) betalingsachterstand is opgelopen kan haar, anders dan [A] c.s. betogen, niet worden tegengeworpen. [A] c.s. hebben immers voortdurend toegezegd tot betaling te zullen overgegaan en hebben ook (deel)betalingen verricht.
4.8.
Nu [A] c.s. voor het overige niet betwisten dat zij als gevolg van het faillissement van KidsComplete op grond van borgtocht zijn gehouden aan Euroselect te voldoen wat Euroselect van KidsComplete te vorderen heeft en de hoogte van de vordering op KidsComplete evenmin door [A] c.s. is betwist, zullen de vorderingen jegens [A] ten belope van € 800.000,00 en [B] ten belope van € 400.000,00 worden toegewezen.
4.9.
De door Euroselect gevorderde veroordeling tot betaling van de rente over voornoemde bedragen zal de rechtbank, nu deze niet is betwist en op de wet gegrond toewijzen.
4.10.
Euroselect vordert hoofdelijke veroordeling van [A] en [B] tot een bedrag van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke kosten. De rechtbank stelt vast dat Euroselect heeft onderbouwd dat de buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief en zal daarom (als hoofdelijke veroordeling) worden toegewezen, inclusief de daarover gevorderde rente.
4.11.
[A] c.s. zullen, als de in het ongelijk gestelde partijen, hoofdelijk worden veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Euroselect begroot op € 16.451,86, waarvan € 3.103,86 aan explootkosten (inclusief BTW), € 3.715,00 aan griffierecht en € 9.633,00 voor salaris advocaat (3 punten à € 3.211, tarief VΙΙΙ), met inbegrip van de beslagkosten, te vermeerderen met de gevorderde rente, en te vermeerderen met de nakosten, inclusief de daarover gevorderde rente.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt [A] aan Euroselect te betalen een bedrag van € 800.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt [B] aan Euroselect te betalen een bedrag van € 400.000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 mei 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om aan Euroselect te betalen een bedrag van € 6.775,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.4.
veroordeelt [A] c.s. hoofdelijk, met dien verstande dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Euroselect tot op heden begroot op € 16.451,86, inclusief beslagkosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.5.
veroordeelt [A] c.s. in de nakosten, en wel van € 131,- zonder betekening en van € 199,- ingeval van betekening, indien en voor zover niet binnen een termijn van veertien dagen na aanschrijving aan dit vonnis is voldaan, alsmede in de explootkosten van betekening van dit vonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente over de nakosten vanaf vijftien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.M. Ahsmann en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2014, in tegenwoordigheid van de griffier. [1]

Voetnoten

1.type: