ECLI:NL:RBDHA:2014:6535
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.W. Ente
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot opheffing van ongewenstverklaring van een vreemdeling
In deze zaak heeft eiser, geboren op [geboortedag] 1974 in [geboorteplaats] (Kosovo/voormalig Joegoslavië), beroep ingesteld tegen de afwijzing van zijn verzoek tot opheffing van de ongewenstverklaring door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. Eiser was op 1 december 2008 tot ongewenst vreemdeling verklaard en had op 23 september 2013 verzocht om opheffing van deze status. De rechtbank heeft op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard. De rechtbank overwoog dat eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor opheffing van de ongewenstverklaring, aangezien hij niet gedurende vijf jaren buiten Nederland had verbleven. Eiser had gesteld dat hij op 25 juni 2009 Nederland had verlaten, maar de rechtbank concludeerde dat hij niet aan de vereiste termijn voldeed. Bovendien waren er geen bijzondere feiten of omstandigheden die een opheffing van de ongewenstverklaring rechtvaardigden. De rechtbank heeft de belangenafweging van verweerder onderschreven en vastgesteld dat de gezinssituatie van eiser niet was veranderd ten opzichte van het moment van de ongewenstverklaring. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft de uitspraak openbaar gedaan.